bartenfemke.reismee.nl

Afscheid, zon, zee, strand en luxe in Thailand

Ten tijden van schrijven zitten wij in het vliegveld naar huis. De hoogste tijd dus voor het laatste verhaal.

Op 22 november vertrokken we uit Kathmandu richting het chaotische vliegveld, waar we op 26 oktober aan waren gekomen, voor onze vlucht naar Bangkok. Ironisch genoeg was ik die dag ziek, de laatste en tevens enige keer dat ik in Thailand ben geweest (zomer 2007 met mijn ouders en zus), ben ik erg ziek geworden. Gelukkig heb ik ondanks dat fantastische herinneringen aan die vakantie maar ik dacht in het vliegtuig van Kathmandu naar Bangkok wel even terug aan hoe ik me 8 jaar geleden voelde in Bangkok. Ik was er erg trots op dat ik tot dan toe nog helemaal niet ziek was geweest gedurende de 2,5 maand die wij al op reis waren maar de kans was groot dat het een keer zou gebeuren. Behoorlijk misselijk doorstond ik de boven verwachting luxe vlucht en na wat onderhandelingen met de taxichauffeur kwamen we uiteindelijk tegen 21.00 uur bij ons eerste super luxe hotel aan. Na wat gefacetimed te hebben met het thuisfront zijn we op tijd naar bed gegaan in de hoop dat ik me de volgende dag beter zou voelen. Dit bleek helaas niet het geval maar we hadden gelukkig geen echte plannen meer in Bangkok aangezien we hier allebei al een keer geweest waren. We hadden 1 missie, dat was een jurk voor mij laten maken bij een van de vele kledingmakers in Bangkok. Omdat ons hotel zich in het zakelijke, luxere district van Bangkok bevond moest dat geen probleem zijn. De kledingmaker waar ik in 2007 een galajurk heb laten maken bleek niet meer echt een geweldige service te hebben dus besloten we naar een ander te gaan die aanbevolen werd door Tripadvisor. De maten werden opgenomen en ik sprak af dat ik de volgende dag langs zou komen om te passen en de jurk op 2 december op zou komen halen, de dag voor onze terugvlucht. De rest van de dag brachten we aan het zwembad door dat zich op het dak van ons hotel bevond, heerlijk al die luxe, en ondanks dat ik me nog steeds niet echt goed voelde kon ik er zeker van genieten! De dag erna voelde ik me een stuk beter waarop we besloten naar een aantal van de vele luxe winkelcentra te gaan die Bangkok rijk is. Helaas hadden we niet echt ruimte meer in onze bagage en in ons budget om iets te kopen maar kijken is ook erg leuk! Vooral als er midden in de winkelcentra ook auto’s zoals Rolls Royce, Bentley en mijn favoriete Porsche verkocht worden. Ook Bart keek dus zijn ogen uit in de winkelcentra. Uiteraard kun je Bangkok niet verlaten zonder een pedicure behandeling te laten doen en dat was in mijn geval ook echt nodig aangezien ik geen nagelakremover mee op reis mocht nemen van Bart omdat hij dat zonde van de ruimte vond, maar nagelak nog net wel mocht meenemen en ik dus mijn nagels had gelakt maar de lak er tot dan toe nog niet af had kunnen halen. Met mijn prachtige gouden teennagels zijn we ’s avonds gaan eten in Soi Sukhumvit 38, een paar skytrainhaltes van ons hotel vandaan. Deze straat staat bekend om zijn streetfood en hoewel het er allemaal erg armoedig uitziet is het straatje heel gezellig en kun je er heerlijk eten. We hebben er gelijk even een verse fruitsmoothie gescoord aangezien we wel wat vitamientjes konden gebruiken.

De volgende ochtend vertrokken we vroeg per taxi naar Khao Shan Road (het backpackersdistrict van Bangkok) vanwaar we per minibus naar de pier van Trat zouden worden gebracht voor de boot naar Koh Kood. De taxichauffeur bezorgde ons nog een spannende rit want hij deed erg moeilijk en wilde onze liever naar zijn eigen bedrijf brengen zodat we per taxi naar Trat zouden gaan maar we konden hem gelukkig overtuigen om ons naar Khao Shan Road te brengen. Net op tijd kwamen we bij de minibus aan en vertrokken we in een overvolle doch redelijk luxe minibus (als je in Nepal in een local bus hebt gezeten is alles luxe) richting Trat. Daar aangekomen werden we per catamaranboot naar Koh Kood gebracht. Al met al duurde deze bus en boottrip zo’n 8 uur en best moe kwamen we dan ook bij ons resort in Koh Kood aan. Dit resort was niet zo luxe als het hotel in Bangkok maar wel erg romantisch. Onze kamer was een houten hutje met uitzicht op de zee en zag er verder hartstikke netjes uit. Het resort had een heerlijke veranda aan de zee waar strandbedjes op uitgestald stonden. Daarnaast had het een pier en een prachtig terras met zitzakken en relax stoelen met uitzicht op zee. Het hotel bevond zich in een baaitje waardoor het water zowel hemels blauw als erg rustig was. We hebben hier eerst 2 dagen alleen maar gezond en gezwommen om bij te komen van alles wat we tot dan toe mee hadden gemaakt en genoten van de heerlijke cocktails. De 3de dag zijn we per speedboot op snorkeltrip gegaan. We zijn naar precies dezelfde plekjes gegaan als waar ik 8 jaar geleden gesnorkeld heb en deze plekjes zijn allen nog steeds even mooi. Na deze snorkeltrip hebben we een prachtige zonsondergang bekeken onder het genot van een cocktailtje om ons klaar te maken voor de boottrip de volgende dag richting Koh Chang.

De volgende dag werden we na het ontbijt opgehaald door een speedboot om naar Koh Chang te worden gebracht. 8 Jaar geleden was ik ook in Koh Chang geweest en ik vond het destijds een prachtig eiland. Nu bleek dit nog steeds zo te zijn, de witte stranden, palmbomen en blauwe zee (eigenlijk een zelfde soort omgeving als op Koh Kood maar dan iets groter) zijn precies hetgeen waar je behoefte aan hebt als je 2,5 maand gebackpackt hebt. De speedboot zette ons af op een centrale pier van waar uit een transfer was geregeld naar de verschillende resorts maar omdat ons resort helemaal in een uithoek van het eiland lag, werden wij in een winkelstraat afgezet van waar we een taxi konden nemen. Rond 14.00 uur kwamen we bij ons prachtige 5 sterren resort aan dat helemaal afgezonderd lag. Onze gigantische hotelkamer beloofde een mooie laatste 3 dagen. De volgende dag hebben we een scooter gehuurd en zijn we rondom het eiland gaan touren. We zijn naar het resort gegaan waar ik 8 jaar geleden met mijn ouders logeerde. Het was een stuk massaler geworden dus we waren blij dat we hadden gekozen voor het afgelegen 5 sterrenresort met 19 kamers en niet voor dat resort waar ik 8 jaar geleden verbleef.

Vanuit ons resort kon je per bootje naar een privéstrandje gebracht worden en daar hebben we dan ook ons laatste dag doorgebracht, met als afsluiting het happy hour (2 cocktails voor de prijs van 1, wat er uiteraard uiteindelijk 6 voor de prijs van 3 werd ;)) aan het zwembad. Woensdag zijn we door een privéchauffeur opgehaald om per veerboot terug naar het vaste land en vervolgens per auto terug naar Bangkok te worden gebracht. ’s Avonds hebben we mijn jurk opgehaald en zijn we bij een skybar gaan eten en zo kwam er een einde aan onze reis. De volgende ochtend vertrok ons vliegtuig om 09.00 uur om daarna om 21.00 uur op Schiphol aan te komen waar mijn ouders, Bart zijn ouders en zusje en mijn nichtje Lisa ons op stonden te wachten, wat een warm welkom.

Nu zijn we inmiddels een aantal dagen thuis en kijken we terug op een fantastische reis. We hebben prachtige dingen gezien, gegeten en beleefd! We hebben de meest bijzondere ervaringen opgedaan, velen leuke (en minder leuke) mensen leren kennen en bizarre wereldwonderen gezien. We zullen dit alles enorm missen, net als het buiten tandenpoetsen op de prachtigste plekken, zoals de Mongoolse steppen, de Himalaya en het strandje tijdens de rafttrip. We zullen de openbare toiletten niet missen (wat is onze wc thuis toch prachtig), net als koude douches en de harde bedden. Bovenal zullen we de rest van ons leven terug kunnen kijken op een onvergetelijke reis.

Iedereen enorm bedankt voor het meeleven, het berichtjes sturen, het foto’s doneren en het enthousiaste onthaal thuis (ons hele huis staat vol met bloemen :).

Heel veel liefs,

Bart en Femke

Uitrusten in Pokhara en raftend terug naar Kathmandu

Het is tijd geworden om afscheid te nemen van het door ons zo geliefde Nepal en dus ook tijd voor een terugblik op de afgelopen dagen. Na de trekking hadden we echt even tijd nodig om bij te komen en dus hebben we een paar dagen weinig gedaan. We hebben de dagen gevuld met genieten van de vele terrasjes in Pokhara en rondlopen door de winkelstraatjes. Ook zijn we een halve dag naar het zwembad van een luxe resort gegaan maar door de aankomende winter in Nepal en de bewolking die gedurende de loop van de dag optrad werd het uiteindelijk wat fris om te zwemmen en hebben we de dag voortgezet met series kijken in onze hotelkamer. Na de trekking werden we erg gastvrij ontvangen in The Mountain House Guesthouse (zie verhaal 'chaotisch Kathmandu') en daar zijn we dan ook de rest van onze tijd in Pokhara gebleven.

Na een paar dagen bijkomen hebben we voor 3 dagen mountainbikes gehuurd wat nog best een opgave was omdat we eerst bij een verhuurbedrijf aankwamen dat omgerekend zo'n €9,00 per fiets per dag rekende. Dat vonden wij wat veel en even verderop bleek dat er een verhuurbedrijf was dat €4,50 per fiets per dag vroeg. Zo bleek maar weer dat je in Nepal niet zo maar genoegen moet nemen met het eerste aanbod. De eerste dag dat we de fietsen hadden zijn we langs het meer waar Pokhara aan ligt gaan fietsen. Het eerste deel weg was verhard maar al snel ging dit over in onverhard/steen/grindweg die dan weer omhoog en dan weer naar beneden ging waardoor het best zwaar was. We fietste door kleine, niet door toeristen verpeste dorpjes, en kregen een goed beeld van hoe het leven er aan toe gaat voor de Nepalezen die niet afhankelijk zijn van de toeristen. Er heerst veel armoede in Nepal dus het is niet altijd een even fijn beeld, maar wel interessant om ook deze zijde van Nepal te zien. De volgende dag vertrokken we met een dagrugzakje richting het Begas meer en het Rupa meer die zo'n 15 km ten westen van Pokhara liggen. We moesten 10 km over de snelweg fietsen en daarna nog een paar km over een zijweg. In de Lonely Planet staat dat het heel gevaarlijk is om over de snelweg te fietsen maar dat vonden wij erg meevallen. De maximum snelheid op deze snelweg was overigens 40 km per uur dus niet echt vergelijkbaar met Europese snelwegen. Niet dat de Nepalezen zich echt aan verkeersregels houden, ze doen maar wat, maar echt hard kunnen ze niet rijden door de drukte op de wegen. Na ongeveer een uur fietsen kwamen we aan bij een dorpje aan de rand van het Begas meer en moesten we een berg op om bij ons guesthouse te komen dat uitkeek over het Rupa meer. De weg ging zo stijl omhoog dat fietsen niet meer ging dus liepen we met onze fietsen aan de hand naar boven. Een erg zware klim en je zou denken dat we inmiddels getraind waren na de trekking maar de werkelijkheid was dat we nog steeds niet helemaal bijgetankt waren na de trekking dus we hadden het er best zwaar mee. Uiteindelijk kwamen we aan bij het guesthouse, een ontzettend schattig huisje op de berg met uitzicht op het meer dat volledig voorziet in zijn eigen groente, fruit, melk, honing en koffie. Helaas was het erg bewolkt waardoor we niet echt van het uitzicht op het Rupa meer konden genieten. We hebben een beetje rondgelopen, een cocktail gedronken in een nabijgelegen resort en veel gerummikubd. Het avondeten, noodles en rijst met heerlijke groenten en kruiden was voortreffelijk en ook het onbijt de volgende dag, pannenkoeken en omelet, liet niets te wensen over. Na het ontbijt zijn we per fiets teruggegaan naar Pokhara. Helaas bleek de terugweg over de snelweg een stuk zwaarder omdat de weg stiekem best omhoog ging (waarschijnlijk ging de heenweg daarom zo soepeltjes). Onderweg kwamen we nog een Nederlandse vader (Ton) en dochter (Nienke) tegen die we in de hotsprings tijdens de trekking hadden ontmoet en al een paar keer in Pokhara tegen waren gekomen en we spraken met hen af die avond in een restaurantje pizza te gaan eten en cocktails te gaan drinken om onze laatste avond in Pokhara af te sluiten. Het werd een geslaagde avond!

De volgende ochtend ging om 6 uur de wekker voor ons volgende avontuur, een tweedaagse rafttrip richting Kathmandu. We werden opgehaald met een jeep en eerst naar het kantoortje van het raftbedrijf gebracht om het een en ander te ondertekenen (je kent het wel, bij overlijden zijn ze niet aansprakelijk en noodgevallencontact, er zijn al heel wat bedrijven inmiddels die de contactgegevens van mijn moeder in bezit hebben maar gelukkig hebben geen van hen dit nog ooit hoeven gebruiken). Daar aangekomen stonden onze collegarafters ons op te wachten. Dit bleek een Nederlandsstel (Elise en Jeroen) dat ons erg bekend voorkwam en wat bleek, zij hadden dezelfde tour naar de Chinese muur gedaan als wij en hadden bij ons in de bus gezeten! Wat een kleine wereld! Wat ook wel een grappig detail is, is dat Elise een studiegenootje van Dorianne is, een van de twee Nederlandse meisjes waar we in Hong Kong mee op zijn getrokken, en zij elkaar ook al tegen waren gekomen in Yangshuo! Met z'n vieren, de stuurman van de raft en een safetycayakker reden we per jeep naar het startpunt dat een uur rijden was vanaf Pokhara. Al snel bleek dat het goed klikte tussen ons en Jeroen en Elise dus we vonden dat we het erg getroffen hadden met ons gezelschap. Aangekomen bij het startpunt werden alle spullen klaargemaakt voor vertrek en werd de raft opgepompt. Al onze backpacks moesten mee op de boot omdat wij na afloop van de trip richting Kathmandu zouden reizen per local bus (hierover later meer) en Jeroen en Elise naar een safaripark door zouden reizen. De backpacks werden in grote waterdichte zakken gestopt en in het midden van de boot vastgebonden. We kregen een soort jack, een zwemvest en een helm en ons avontuur kon beginnen. Al snel bleek dat het water op deze rivier niet al te wild is, vooral niet in deze tijd van het jaar, maar we hadden deze rivier dan ook vooral uitgekozen vanwege de mooie bergachtige omgeving waar je doorheen vaart, langs prachtige witte strandjes over licht groen, niet al te koud water. Langs de rivier zag je af en toe mensen zich wassen en stonden mensen naar ons te zwaaien. De natuur in Nepal is adembenemend mooi en dat werd tijdens deze trip weer goed duidelijk. Af en toe werden de stromingen van de rivier wat heftiger en moesten we in actie komen. Ook kregen we regelmatig een flinke golf water over ons heen wat voor hilarische momenten zorgde. Elise en ik probeerde Bart en Jeroen die voorop zaten, als schild te gebruiken maar we konden helaas niet voorkomen dat ook wij zeiknat werden. Na 1,5 uur kwamen we aan bij een strandje voor onze lunch. De stuurman en safetykayakker bleken niet alleen goed te kunnen raften en kayakken maar ook over uitstekende kookkunsten te beschikken. Met de spullen die we mee hadden genomen in de raft werd een heerlijke lunch bereid voorzien van brood, tonijn en zelfs een uitgebreide ter plekke bereidde salade. Er stonden 5 teiltjes op een rij met ieder een functie (afspoelen, schoonwassen, afspoelen, naspoelen en nogmaals naspoelen) waar we onze borden en bestek in konden wassen nadat we onze buiken vol hadden gegeten. Bang dat de boot zou zinken door het vele eten wat we ophadden, vertrokken we weer per boot voor nog een paar uurtjes raften. De zon brak na de lunch lekker door wat het genieten compleet maakte! Rond 15.30 uur kwamen we aan bij het strandje waar we zouden overnachten. Terwijl Elise en ik de spullen bewaakte, hielpen Bart en Jeroen mee de tenten versjouwen die in een dorpje iets verderop opgeslagen lagen. Op het strand werden twee tentjes naast elkaar opgebouwd waar wij de nacht door zouden brengen. Een stukje verder op het strand lagen de stuurman en safetykayakker onder een zeil onze spullen te bewaken. Voor de tenten maakte we een kampvuur en onze kampeerplek was compleet. Uit het dorp kwam een Nepalees die zich voorstelde als barman. Hij vroeg hoeveel biertjes we wilde om deze vervolgens koud te laten worden in de rivier. Ondertussen hadden de safetykayakker en stuurman popcorn en thee voor ons gemaakt en waren ze al druk bezig met het diner. Daar zaten we dan, 4 Nederlanders aan een kampvuur op een prachtig wit strandje aan de rivier, omringt door groene bergen, we prezen ons gelukkig en proosten op het prachtige Nepal. Toen het eten klaar was waren we wederom onder de indruk van wat de 2 Nepalese koks op dat strandje bereid hadden, spagethi, friet en salade en het smaakte voortreffelijk! Na deze maaltijd gingen zowel de barman als de safetykayakker en stuurman onder de wol en bleven wij nog een tijdje biertjes drinken aan het kampvuur. Na een prima nacht stond er de volgende dag een ontbijt op ons te wachten met pannenkoeken, eieren, toast en aardappels met groente (daar zijn ze hier nogal fan van bij het ontbijt). Ja, we hebben meer gegeten dan verbrand tijdens de rafttrip maar het eten was dan ook heerlijk! Na het ontbijt hebben we alles weer opgeruimd en ingepakt en vertrokken we voor het laatste deel raften. Vlak voor we de boot instapte bleek dat er twee Nepalese vrouwen, compleet met Nepalees gewaad, mee zouden liften in onze boot. We vonden dit nogal hilarisch aangezien we al wisten dat ze behoorlijk nat zouden worden in die boot. Eenmaal in de boot gebeurde dit ook en de twee vrouwen gilde het uit van angst en van de kou omdat ze nat werden maar gelukkig konden ze er net als wij ook erg hard om lachen. Het laatste gedeelte raften was een stuk wilder dan de eerste dag dus we kregen heel wat golven over ons heen en na een paar uur meerde we dan ook kletsnat bij ons eindpunt aan. Terwijl wij droge kleding aantrokken werd voor de laatste keer een maaltijd bereid, wederom voortreffelijk en na de lunch ging de stuurman langs de weg staan om een bus aan te houden.

Er was ons al verteld dat we waarschijnlijk per lokale bus naar Kathmandu moesten reizen omdat er door de brandstofcrisis minder bussen reden. De safetykayakker en stuurman zouden met de spullen per lokale bus naar Pokhara teruggaan maar omdat dit ongeveer net zo ver was als Kathmandu besloten we toch maar verder te reizen naar Kathmandu. Voor Elise en Jeroen wist de stuurman een toeristenbus (dit is een luxere bus waarin iedereen een zitplaats heeft) aan te houden, dus we hadden een sprankje hoop dat het voor ons ook nog wel goed zou komen. Echter gingen Elise en Jeroen naar het safaripark en wij naar Kathmandu en nadat we hen uit hadden gezwaaid zei de stuurman gelijk dat een toeristenbus er voor ons niet in zat. "Zijn jullie bereid om op het dak van de bus te zitten" vroeg de stuurman ons. Daar hadden we het al over gehad en dat zagen wij echt niet zitten aangezien het nog 5 uur rijden was naar Kathmandu. Hij liet doorschemeren dat er weinig alternatief was dus we waren voorbereid op het ergste. Even later werd een overvolle bus (zie foto) voor ons aangehouden en mochten met backpacks en al plaatsnemen in het gangpad (we waren heel blij dat we niet op het dak hoefden te zitten maar dit was niet heel veel beter). Het gangpad stond vol met mensen zonder zitplaats, elkaar wegdrukkend voor een beetje ruimte. In het begin hoopte we nog dat er onderweg mensen uit zouden stappen maar helaas gebeurde dit niet en moesten we dus de hele rit in het gangpad doorbrengen. Hangend, staand en zittend op de backpacks hebben we de 5 uur, die 6,5 werden doordat we onderweg file hadden waarschijnlijk door een ongeluk, doorgebracht. Onderweg stopte de bus een keer voor een plaspauze maar doordat we niet tegelijk uit de bus konden (iemand moest op de vele spullen passen de we bij ons hadden), vertrok de bus alweer tegen de tijd dat ik aan de beurt was bij het toilet (of iets wat daarvoor door moest gaan) dus ik moest het nog maar een paar uur ophouden. Uiteindelijk kwamen we rond 18.30 uur in het donker in Kathmandu aan en zijn we met onze bagage richting het oude vertrouwde Andes House gelopen waar Deepak ons al stond op te wachten. We hebben snel een douche genomen want we hadden afgesproken met Jack, de jongen die we tijdens de trekking hadden ontmoet en helaas in Chomrong hadden moeten achterlaten, om te gaan eten.

Het bleek een leuk weerzien met Jack en we spraken af de volgende dag nog met elkaar op te trekken omdat hij de dag erna ook naar het safaripark zou gaan. De volgende dag (we hadden eerst heerlijk uitgeslapen op het zachte bed na de vorige nacht op een dun matje op het strand te hebben geslapen) zijn we naar Narayanhiti Palace museum gegaan.
Dit paleis waar de voormalige koning zich huisveste, laat niet alleen zien hoe de koningen die Nepal heeft gekend leefde, het verteld ook het verhaal hoe de monarchie tot zijn einde kwam. In 2001 heeft de toenmalige kroonprins zijn vader, andere leden van de Koninklijke familie en zichzelf doodgeschoten. De broer van de kroonprins nam het regentschap over maar door zijn repressieve beleid verergerde de Nepalese burgeroorlog. Hij wilde meer macht en nam ook het premierschap over. Omdat hij een bloedbad vreesde achtte hij democratische verkiezingen onmogelijk. In mei 2006 ontnam het parlement zijn gezag over het leger, zijn vrijstelling van belasting en zijn juridische immuniteit. 28 mei 2008 werd de monarchie afgeschaft en werd Nepal een republiek. Erg interessant om nog wat over de geschiedenis van Nepal te weten te komen. Na de lunch zijn we nog wat gaan shoppen en wat gaan drinken op een terrasje waarna we afscheid namen van Jack. We spraken af om elkaar zeker nog op te zoeken als we weer thuis zijn aangezien Nederland en Engeland niet ver van elkaar af ligt en het ons erg gezellig lijkt.

's Avonds hadden we afgesproken met Ton en Nienke (die inmiddels ook in Kathmandu waren aangekomen) voor nog een laatste keer gezellig dineren aangezien zij de dag erna (vandaag) terug zouden vliegen naar Nederland. Vandaag nemen we de tijd voor de blog en om afscheid te nemen van Nepal.

We zijn erg onder de indruk van dit derdewereldland met zijn armoede en in zijn slechte gesteldheid maar met zijn prachtige overweldigende natuur en eindeloos vriendelijke bewoners. Een groot verschil met China is niet alleen de vriendelijkheid van de bewoners maar ook het gebrek aan contrast tussen arm en rijk. Je kan in Nepal niet echt spreken over rijkdom maar eerder over armen en iets minder armen. We zijn geschrokken van de staat waarin sommige gebouwen zich bevinden en leven mee met de velen Nepalezen die nu 7 maanden na de aardbeving nog steeds in tenten of krotten leven. Ook zijn we erg geschrokken van de omstandigheden waar veel Nepalese kinderen onder leven en voelden we ons vaak machteloos omdat we niks voor hen konden betekenen. Geld geven heeft geen zin want dat geld moeten ze toch weer afstaan aan een "meerdere" die hen compleet afhankelijk maakt van drugs. Maar Nepal heeft naast deze ellende zoveel moois te bieden en de bevolking heeft de toeristen heel hard nodig om hun leven na de aardbeving weer een beetje op te kunnen bouwen. We willen dan ook zeker een keer terugkomen, al is het maar voor een trekking door het Himalaya gebergte aangezien we dat een van de vetste ervaringen vonden die we tijdens onze reis hebben opgedaan!

Nu op naar ontspanning. Morgen vliegen we naar Bangkok om ons 10 dagen te laten onderdompelen in de luxe, zon en prachtige stranden die Thailand te bieden heeft! Stiekem kijken we ook al wel een beetje uit naar onze terugkomst in het koude, natte Nederland (hoe gek dat ook klinkt) om onze familie en vrienden weer te zien!

Liefs,

Bart en Femke

Annapurna Basecamp trekking

Hier wederom de andere helft van het schrijversduo, Bart!

Waar we lang naar uit hadden gekeken ging op woensdag 4 november dan eindelijk van start; we gaan een trekking doen van 10 dagen door het Annapurna gebergte. Heel simpel vertaald betekent dit dat je te voet met een rugzak op je rug door de bergen gaat lopen. Het Annapurna gebergte is een bergmassief van 55 km lang gelegen in de Nepalese Himalaya. De naam Annapurna betekent "godin van de oogst". De hoogste top in dit gebergte is genaamd Annapurna I en is 8091 meter hoog en dit is de op 9 na hoogste berg ter wereld.

Na veel gelezen te hebben over trekkingen in de Nepalese Himalaya besloten we uiteindelijk de trekking Annapurna Sanctuary te gaan doen die we dan zouden verlengen met een bezoek aan Poon Hill. Dit zonder gids en zonder drager! Deze trekking duurt onder normale omstandigheden 10 dagen. Poon Hill is een bergtop van 3210 meter hoog waarbij je een prachtig uitzicht hebt op het Annapurna gebergte en vele (dus ook wij) staan 's ochtends erg vroeg op om te genieten van de zonsopkomst op deze plek.

In heel Nepal moet je een soort van vergunningen hebben (permits) om een trekking te mogen doen. Het Annapurna gebergte is namelijk beschermd gebied en wordt in de gaten gehouden door een organisatie ACAP. We hadden op internet gelezen dat ons hostel "the Mountain house" in Pokhara deze voor ons kon regelen en bij aankomst werd dit dan ook meteen door de eigenaar Stan bevestigd. Na het inleveren van 3 pasfoto's per persoon en de benodigde roepies ging Stan zijn kantoor in om online formulieren te printen om vervolgens met zijn scootie (Stan zijn uitspraak van scooter in het Engels) langs de verschillende kantoren te gaan. De volgende dag lagen onze permits netjes klaar en waren we klaar om 4 november om 8 uur 's ochtends te vertrekken naar het begin punt Naya pull. Stan regelde op de valreep nog even via een vriend een busje die ons daar naartoe zou brengen.

Dag 1: Pokhara (800m) - Nayapul (1070m) - Ulleri (2020m)
(De cijfers tussen haakjes zijn hoogtemeters waarop het dorp gelegen is)

Om 8 uur 's ochtends zaten we na een heerlijk ontbijtje, gemaakt door de vrouw van Stan, met smart te wachten tot we opgehaald zouden worden om naar het startpunt van onze trekking, Nayapul, te worden gebracht. Na een aantal belletjes van Stan, die toch wel een beetje zenuwachtig leek, arriveerde om 8.45 de minivan en konden we vertrekken. In deze minivan was plek voor 13 personen, maar als zo vaak in Nepal passen daar makkelijk 2 personen extra bij. Ik mocht niet naast Femke zitten want een drager moest met mij wisselen zodat ik een comfortabele stoel had. Deze minivan zat vol met toeristen en hun gidsen/dragers. Na een rit van iets meer dan 1 uur komen we aan in Nayapul. In mijn gedachte was dit een grote stad waaruit we zouden we vertrekken, maar niks bleek minder waar. Het was een dorpje gelegen langs de weg met niet meer dan 10 huisjes waar ze uiteraard van alles verkochten wat wij als avonturiers maar nodig konden hebben: van eten/drinken tot wc papier tot rugzakken.

Al snel raken we aan de praat met een Engelse jongen, Jack, die ons vroeg of we samen wilde oplopen. Hij wilde dezelfde route lopen als wij. Dit leek ons een prima plan en zo begint onze trekking naar het eerste dorpje Birethanti (1025m). We hadden begrepen dat we daar onze permits moesten laten checken. Na een korte wandeling zagen we inderdaad de eerste borden van tourist check point al staan en konden we ons laten inschrijven. Dit doen ze om precies te weten wie er in het gebied aanwezig is mocht er onverhoopt een calamiteit zijn.

Al snel hierna raken we aan de praat met een Zwitserse man, Chris, van 42 met gids, Gyan, en ondertussen bestaat het groepje dus al uit 5 personen. Chris loopt niet dezelfde route als wij, maar de eerste 3 dagen zouden in ieder geval hetzelfde zijn. Na zo'n anderhalf uur lopen door meteen al prachtige natuur en uiteraard al de nodige foto's te hebben gemaakt klikt het eigenlijk zo goed met ons groepje (en ook het looptempo, dat erg belangrijk is bij bergwandelingen, sluit goed aan) dat we besluiten de komende dagen samen verder te gaan. Rond 12 uur had iedereen wel zin in lunch en gaan we op zoek naar een Teahouse. In de lager gelegen gebieden liggen er talloze van deze restaurantjes aan de route. Het eerste teahouse werd afgekeurd door Gyan onder het mom van "ze hebben hier net een nieuwe kok die niet weet wat hij doet". Het volgende teahouse was wel goed en Gyan ging gelijk alles voor ons regelen. De menukaart kwam op tafel en ook de bestelde drankjes werden geserveerd door Gyan, een behoorlijke luxe dus voor ons aangezien hij niet eens onze gids was. Gyan is een jongeman van begin 30 die dus werkt als trekkinggids en woont in Kathmandu. Een hele vriendelijke en aardige kerel die redelijk Engels spreekt en ons dus ook het nodige kan uitleggen over de omgeving en de route.

Na een verrassend goede lunch (op het eten kom ik later nog terug) lopen we weer vol energie verder naar onze eindbestemming voor de eerste dag: Ulleri. Rond 15 uur zijn we daar wat betekent dat we ongeveer 3,5 uur gelopen hebben die dag en zo'n 1000 meter zijn gestegen. Een pittige maar leuke eerste dag dus!

Gedurende de hele trekking slapen we in Guesthouses die gevestigd zijn in de grotere dorpjes. Voor zo'n €3 heb je hier een simpele 2 persoonskamer. Alle prijzen van de overnachting en het eten zijn vastgelegd door de ACAP dus voor verrassingen kom je niet te staan. Na een warme douche verzamelen we in de gezamenlijke ruimte voor een spelletje kaarten (shithead en een Nepalees kaartspel) en ook zoeken we het eten vast uit zodat ze dit kunnen voorbereiden. Je kan hierbij een tijd aangeven dat je wilt eten en wij kozen voor 18 uur. Wederom werd alles door Gyan geregeld, geserveerd en in goede banen geleid, top! We hebben het niet gevraagd, maar we denken dat als de gidsen en dragers de Guesthouses helpen dat ze gratis mogen overnachten en eten/drinken! Na het eten zoeken we ook vast het ontbijt uit voor de volgende dag en om half 8 gaan we richting bed.

Dag 2: Ulleri (2020m) - Ghorepani (2860m)

Na heerlijk te hebben geslapen is het weer vroeg dag. We staan om 7 uur op om alle spullen weer in te pakken, want om half 8 worden we aan het ontbijt verwacht. Ontbijt bestaat voor ons hier voornamelijk uit omelet met toast of pannenkoeken. Voor de Nepalezen daarentegen is het niet raar dat ze elke dag en elke maaltijd hetzelfde eten, namelijk Dal Bhat. Dit is een traditioneel gerecht dat populair is in Nepal, Bangladesh en India, bestaande uit gestoomde rijst, een soort soepje voor door de rijst, groente en aardappelen in een curry sausje. Regelmatig tijdens onze trekking eten we Dal Bhat en het smaakt echt verrassend goed elke keer! Er is zelfs een gezegde hier in Nepal dat luidt: "Dal Bhat power 24 hour"!

Om 8 uur vertrekken we uit Ulleri en lopen we via een mooi golvend pad richting Ghorepani. Hoewel de natuur echt prachtig is, is deze dag wel erg zwaar. Onze lichamen zijn nog flink aan het wennen aan de hoogte waarop we lopen en ook de vele rotsen, trappen, wortels, gravelpaden en bospaden waarover we omhoog en omlaag lopen zijn zware kluiven voor ons. Ondanks deze zware beproeving lopen we toch stevig door en zijn we na wederom 3,5 uur lopen op onze eindbestemming voor vandaag Ghorepani. Van hieruit zullen we de volgende ochtend heel vroeg Poon Hill gaan beklimmen. Wederom zoeken we het diner weer uit en vermaken we ons met kaarten en ouwehoeren over van alles en nog wat.

Dag 3: Ghorepani (2860m) – Poon Hill (3210m) – Tadapani (2630m)

Om 4.30 moeten we deze ochtend opstaan om volop van de zonsopkomst op Poon Hill te kunnen genieten. Een klim van zo’n 400 meter omhoog op nuchtere maag wel te verstaan. Het is buiten erg koud, ongeveer -5 graden, dus we kleden ons goed aan voor de tocht van ongeveer een uur naar boven. Na drie kwartier zijn we al boven en zien we de bergen in het donker opdoemen. Zoals eerder gezegd heb je vanaf Poon Hill een prachtig uitzicht over het hele Annapurna gebergte. Ondanks de vele (ik gok zo’n 150) mede toeristen met gidsen/dragers was het uitzicht werkelijk waar fenomenaal! De Kou en de zware tocht naar boven waren we dan ook na 2 minuten alweer vergeten. Na vele foto’s en filmpjes te hebben gemaakt zijn we weer afgedaald naar ons Guesthouse in Ghorepani waar een heerlijk ontbijtje op ons stond te wachten. Dit is een goed moment om even terug te komen op het eten deze trekking. De keukentjes bij de Guesthouses zijn veelal buiten en erg provisorisch en Rob Geus zou zeggen “hier word ik echt helemaal niet blij van”, maar het eten wat ze van hieruit serveren is werkelijk waar heerlijk. De menukaarten zijn op een paar uitzonderingen na bijna allemaal hetzelfde en de gerechten variëren van Fried Noodles tot Macaroni tot Dal Bhat tot Spring Roll met frietjes. Ook onze favoriet, gekookte eitjes, stonden overal op het menu zodat we deze konden meenemen voor onderweg.

Na het ontbijt vertrekken we weer met goede moed richting ons einddoel van vandaag, Tadapani. Ondanks dat dit een stukje lager ligt dan Ghorepani betekende dit helaas wel eerst een uur omhoog lopen waarna we zo’n 3 uur lang de afdaling konden inzetten. Jullie begrijpen vast dat dit een zware dobber was na de vroege ochtendklim naar Poon Hill. Rond 14 uur kwamen we aan in Tadapani waar Gyan ons weer perfect begeleidde naar een leuk Guesthouse dat hij in verband met de drukte onderweg alvast voor ons had gereserveerd. Overal onderweg adverteren de Guesthouses met hot showers en bij dit Guesthouse was dat zeker niet gelogen aangezien het water of ijskoud of kokend heet was, genieten dus! Helaas moeten we de volgende ochtend al afscheid nemen van Chris en Gyan. Gyan trakteert ons daarom op een lokale sterke drank, wat een traditie is hier in Nepal bij het afscheid nemen. Een fooi voor alle goede zorgen vonden wij erg op zijn plaats en Gyan was hier zichtbaar dankbaar voor! Bedankt voor de hulp en gezelligheid!

Dag 4: Tadapani (2630m) – Sinuwa (2360m)

Wederom staan we vroeg op (6.20) om te beginnen aan dag 4 van onze trekking met wederom een lekker ontbijtje. Na afscheid te hebben genomen van Chris en Gyan vertrekken we met zijn 3en (Femke, Jack en ik) voor een lange tocht naar Sinuwa. Het begin gaat vooral naar beneden, niet meer over traptreden maar over zand en bospaden. Dit naar beneden lopen bevalt ons wel na dagen van klimmen. Jack heeft helaas zichtbaar moeite om ons tempo bij te houden en blijkt erg last te hebben van de hoogte. We proberen hem te motiveren om door te zetten zodat hij bij de lunchpauze in Chomrong een beetje kan bijkomen. Het naar beneden lopen veranderd echter al snel in stijgen en dalen waardoor hij nog meer moeite heeft om ons tempo bij te benen. Helaas moeten we besluiten om al voor Chomrong afscheid te nemen van Jack, omdat we anders het doel van Sinuwa vandaag niet zullen halen. Jack heeft hier alle begrip voor en we hopen hem in Chomrong (of later) nog te treffen. Later blijkt dat we hem niet meer zullen treffen en bij terugkomst in Pokhara (waar we weer wifi hadden) bleek dat we de juiste beslissing hadden genomen aangezien Jack noodgedwongen door voedselvergifiting vanuit Chomrong is moeten terugkeren en de trekking niet heeft kunnen afmaken.

Ondertussen veranderd de route van jungle naar een meer open pad door de rijstvelden wat zorgt voor mooie afwisselende landschappen. Door de kleine vertraging stappen we stevig door na onze lunchpauze en zijn we alsnog om 15.30 in Upper Sinuwa. (Sinuwa bestaat uit een lower en upper Sinuwa, waartussen het ongeveer een half uur klimmen is). Hier miste we onze gids Gyan wel een beetje, want onze eerste keus Guesthouse bleek te zijn volgeboekt waardoor we noodgedwongen in een minder leuk uitziend Guesthouse moesten overnachten. De douches worden steeds gammeler. Dit houten hokje bevatte een soort geisertje en de gasfles buiten moest eerst nog voor ons worden opgedraaid. Later blijkt dit de laatste “warme” douche tot aan dag 7. We scharen het maar onder de noemer “de charme van de trekking”.

Dag 5: Sinuwa (2360m) – Deurali (3230m)

Voor dag 5 staat een flinke stijging op het programma, maar we slapen goed en zijn dus vol energie om ook deze dag weer succesvol af te gaan leggen. Overal langs de route staan borden die aangeven hoeveel uur het lopen is naar het volgende dorpje. Voor het eerste en 2de stuk van de route van vandaag stond beide 2 uur. Het volgende dorp (Bamboo) bereikte we echter al na 1 uur en 10 minuten en ook het stuk daarna legde we in anderhalf uur tijd af ipv de daarvoor staande 2 uur. Het tempo zat er dus lekker in! Dit bleek wel toen we om 13.45 al op onze eindbestemming van vandaag waren aangekomen in Deurali.

Een mooi moment om een ander trekkingsfenomeen te bespreken. Omdat er veelal maar 1 pad is naar boven en beneden kom je steeds dezelfde trekkers tegen. Wanneer je de ene groep of lonely trekker inhaalt en vervolgens theepauze houdt, kan deze groep/trekker ons weer inhalen, etc. Zo had je “De man zonder vrienden” – deze kwamen we voor het eerst tegen in Sinuwa en was zijn vrienden kwijt, die dachten dat ze een dorp eerder hadden afgesproken. “Man met de rode baard + ouders” – deze jongeman had verrassende overeenkomsten met mijn eigen rode baard en zijn ouders liepen elke keer mijlen ver achter hem, omdat ze hem niet konden bijhouden. “De 3 duitsers” – 3 uit Duitsland komende trekkers. “Hoogteziekte stelletje” – dit stel had Jack al ontmoet in zijn Guesthouse in Pokhara en hij wist ons dan ook te vertellen dat de man van het stel een paar uur voordat ze het basecamp van de Mount Everest trekking zouden bereiken is moeten omkeren, omdat hij hoogteziekte had en voedselvergiftiging. Als een soort van goedmakertje en omdat ze toch graag een basecamp wilde bereiken zijn ze maar onze trekking gaan doen. Nadat we het stel een paar keer voorbij hadden zien komen snapte wij wel hoe hij aan hoogteziekte kwam. Hij droeg namelijk een grote backpack en zij was vooral vooruit aan het rennen! “De man met de oranje backpack” – deze uit Engeland afkomstige man woont al 30 jaar in Abu Dhabi met zijn gezin en door het gunstige belastingklimaat en uitstekende arbeidsvoorwaarde (hij schepte graag op) kon hij vaak op vakantie en hij deed deze trekking dan ook al voor de 2de keer, hij dankte zijn naam aan de enorme oranje backpack die hij meedroeg. “Baas met de lange haren” - deze groot uitgevallen Duitser had lange haren en spraken we uiteindelijk op onze een na laatste dag. Hij reisde veel in zijn eentje en was ook erg gecharmeerd van een tripje dat hij wilde gaan doen naar onze hoofdstad, Amsterdam. “de Thaien” - Om dit Thaise stel moesten we erg lachten aangezien de communicatie met hun gids erg moeizaam ging door het slechte Engels van beide. “Groep Fransen” – met deze groep van 8 Fransen hebben we een aantal keer in hetzelfde Guesthouse verbleven. Communicatie met ze was lastig aangezien ze amper een woord Engels spraken.

Dag 6: Deurali (3230m) – Annapurna Basecamp (4130m)

Om deze dag draaide het dus allemaal. Vandaag gaan we het hoogste punt in onze trekking bereiken, namelijk het Annapurna Basecamp op 4130 meter hoogte. Vanuit dit basecamp zijn er tot nu toe 130 mensen geweest die een poging hebben gewaagd om de Annapurna I, die 8091 meter hoog is, te beklimmen. Hiervan zijn helaas 53 klimmers om het leven gekomen, wat de Annapurna I de twijfelachtige eer geeft van dodelijkste beklimbare berg ter wereld.

De zware tocht naar boven vanaf Deurali legde wij wederom in minder tijd af dan hiervoor gepland staat, maar de hoogte waarop we dit deden voelde we erg goed. Elke stap die je zet op deze hoogte is een behoorlijk uitdaging, maar het uitzicht en het landschap dat je hiervoor terugkrijgt zijn werkelijk adembenemend. Op dit Basecamp staan 4 Guesthouses waar je kunt overnachten. We kozen er hiervan eentje en gelukkig was het niet zo druk zodat we ’s nachts 4 extra dekens (bovenop onze slaapzak) konden leggen, want verwarming of kachels hebben ze op deze hoogte absoluut niet. De zonsondergang hier was ook schitterend, maar de temperatuur daarentegen was minder fijn, namelijk -15. Hoewel we het niet koud hadden bleek slapen op deze hoogte een niet zo’n fijne ervaring aangezien ons lichaam niet gebouwd is om goed te functioneren op deze hoogte.

Dag 7: Annapurna Basecamp (4130m) – Bamboo (2310m)

Vandaag ging om 5.50 de wekker om ook hier de zonsopkomst te bekijken, waarbij de gevoelstemperatuur vele malen lager was dan de hierboven genoemde graden Celsius. Check de foto’s zelf maar, want woorden schieten tekort.

Na het ontbijt vertrekken we vroeg (7.23u) voor de lange tocht naar beneden richting Bamboo. We gaan als een speer en bereiken dan ook ons vorige overnachtingsdorp (Deurali) in ongeveer 2 uur, waar de heenweg nog 4 uur bedroeg. Tijdens het afdalen merk je goed dat je naar lager gelegen gebieden gaat waardoor het lopen steeds makkelijker wordt. We bereiken dan ook Bamboo rond 13.30, maar zijn inmiddels wel vermoeid en besluiten hier te overnachten, omdat we de volgende dag weer een stuk moeten stijgen.

Dag 8: Bamboo (2310m) – Jhinu hot springs (1780m)

We beginnen de dag met een vroeg pannenkoeken ontbijt waarna we weer voor half 8 de benen nemen. Hoewel Jhinu een flink stuk lager ligt dan Bamboo moeten we toch eerst een aardig eindje stijgen richting Chomrong, waarna we de afdaling kunnen inzetten. Chomrong staat bekend om zijn lekkere verschillende soorten taarten en jullie raden het al, onze theepauze plek was natuurlijk een restaurantje waar ze deze taarten verkopen. Na de pauze lopen we stevig door en bereiken we Jhinu al om 12 uur. Hier bevinden zich de hot springs. Deze natuurlijke warme baden liggen naast de ijskoude gletsjer rivier en zijn een welkome ontspanningsplek voor ons na 8 dagen trekking.

Dag 9: Jhinu hot springs (1780m) – Pokhara (820m)

Ondanks dat we dachten deze trekking in 10 dagen te gaan voltooien waren we er van overtuigd dat we op deze dag 9 Pokhara zouden kunnen bereiken. We vertrokken dan ook weer vroeg, want het zou een lange dag worden. Het eerste stuk omlaag ging erg snel tot we vlak voor Deurali (2020 meter hoogte)(je hebt 2 dorpjes die Deurali heten) een bordje tegenkwamen met daarop: “very short way to Deurali”. Dit bordje wees naar een trap die oneindig hoog leek te zijn. Dit was een vooruitzicht dat we op deze dag liever niet hadden gezien. Helemaal uitgeput kwamen we na een half uur klimmen en klauteren aan in Deurali waarvoor we echt ons laatste beetje energie uit onze tenen hadden moeten halen. Dit vonden we een mooi moment om voor de laatste maal deze trekking Dal Bhat te bestellen en te kijken of het spreekwoord “Dal Bhat power 24 hour” echt zou gelden. Na dit powermaal hebben we de afdaling ingezet en kwamen we 3 kwartier later in Dhampus aan waar we ons weer konden uitschrijven bij het Tourist check point, zodat de autoriteiten weten dat we veilig beneden zijn gekomen. We regelde een plaatselijk jeep om ons naar Pokhara te laten brengen en eenmaal terug in ons oude vertrouwde Guesthouse “the Mountain House” konden we tegen elkaar zeggen: MISSION ACCOMPLISHED!!! Aan het begin van de trekking hadden we ons een belofte gemaakt, zodra we terug waren zouden we een cocktail gaan drinken. Dit werden er uiteraard meer dan 1, want dit hadden we zeker verdiend na deze 9-daagse onvergetelijke ervaring!

Groetjes Femke en Bart

Chaotisch Kathmandu en het avontuurlijke Last Resort

Hier een berichtje vanuit Nepal. Maandachavond kwamen we vanaf Kuala Lumpur aan op het chaotische vliegveld van Kathmandu. Chaotisch bleek later het code woord te zijn voor geheel Kathmandu maar bijzonder, indrukwekkend en bizar dekt de lading ook wel. Op het chaotische vliegveld moesten we onze weg zien te vinden en tegelijk ons best doen een nogal opdringerige Amerikaanse toerist zien te ontwijken die zijn zinnen had gezet op reizen met ons. Ik snap dat het heel aantrekkelijk lijkt om je reis door Nepal met ons door te brengen maar geloof me, hoewel wij het echt leuk vinden om mensen te leren kennen, doen wij graag ons eigen ding en tijdens deze reis is gebleken dat wij allebei een enorme hekel hebben aan opdringerige mensen. Gelukkig was Lisa (mijn kleine nichtje uit Amsterdam) zo lief om vlak voor vertrek in Amsterdam ons visum voor Nepal aan te vragen. De meeste toeristen doen dit niet van te voren en dit is dan ook een van de oorzaken dat het zo’n chaos is op het vliegveld (de andere oorzaak is waarschijnlijk gewoon dat het Kathmandu is en ze hier gek zijn op chaos). De Amerikaanse toerist had nog geen visum dus we waren hem al snel kwijt. Helaas bleek later dat we nog zo’n 2 uur bij de bagageband moesten wachten op onze bagage waardoor het risico weer bestond dat hij ons zou spotten. Vluchtig om ons heen kijkend probeerde wij niet op te vallen tussen de Nepalezen, erg moeilijk als je 2 koppen groter bent (ja, zelfs Bart is 2 koppen groter dan de gemiddelde Nepalees ;)). Uiteindelijk hadden we onze bagage en begonnen we aan de volgende uitdaging, een taxi vinden. Gezien de benzinecrisis hier (India levert geen benzine meer aan Nepal door een conflict) was ook dit niet al te gemakkelijk. In de Lonely Planet wordt aangeraden uitsluitend gebruik te maken van de officiële taxi’s die je kan regelen vanuit de luchthaven, je raadt het al, dit bedrijf had zijn deuren gesloten in verband met de benzinecrisis. Uiteindelijk lukte het ons tegen het dubbele van het normale tarief een taxi te vinden en om te kosten te drukken deelde we deze met 2 meisjes uit Chili.

Totaal uitgeput aangekomen in ons hotel vroegen wij ons af of we er wel goed aan hadden gedaan ons reisprogramma in te stellen op 4 weken Nepal maar gelukkig werd in de loop van de week bevestigd van wel. Na een goede nachtrust en een heerlijke douche (we zitten wederom in een fijne Bed & Breakfast Andes House voor het luttele bedrag van 16 euro per kamer per nacht inclusief ontbijt) maakte we kennis met de eigenaar van Andes House, Deepak, die ons alle ins & outs over Kathmandu vertelde. Hij regelde vervolgens een privéchauffeur om de dag erna de omgeving van Kathmandu te verkennen en hij kon ook buskaartjes regelen voor onze busreis naar Pokhara op zondag. Omdat het na 2 maanden reizen hoogtijd was om mijn benen te laten harsen, regelde Deepak ook dat we werden opgehaald (lopend) door een medewerker van een Spa even verderop. Het benen harsen werkt hier wel wat anders dan in Nederland, het meisje had namelijk een bak met spijkerstoflappen en een verfblik met warme hars maar na een half uur stond ik met spekgladde benen en 5 euro armer weer buiten. Hierna zijn we het centrum van Kathmandu gaan verkennen middels een stadwandeling door de populaire wijk Thamel, langs het Durbar Square naar de achterwijken van Kathmandu. We hadden voor het eerst tijdens onze reis een onveilig gevoel door de enorme drukte en de Nepalezen die ons wat wantrouwend aankeken. Daarnaast was er 1 Nepalees die ons leek te volgen en heel de tijd om mij heen bleef lopen. Toen we hem uiteindelijk kwijt dachten te zijn dook hij ineens weer op door heel hard tegen mij aan te lopen. Dit onveilige gevoel was gelukkig na die eerste dag compleet weg toen we eenmaal gewend waren aan de chaos van Kathmandu. Ook hebben we ondervonden dat je gerust in het donker over straat kan lopen en laten de Nepalezen je over het algemeen met rust (als je de winkeliers die vragen of je iets wil kopen niet meerekent). Verder zijn de straten hier een stuk slechter en viezer dan in China en zijn de Nepalezen, net als de Chinezen, best vies. Toch zijn er ook veel positieve punten ten opzichten van China. Iedereen spreekt Engels en het barst hier van de leuke winkeltjes en restaurants waar ze westers eten serveren voor niet meer dan een paar euro. Daarnaast hebben de wc’s toiletpotten en deuren wat het reizen ook een stuk comfortabeler maakt. We hebben de belangrijkste bezienswaardigheden in de stad bezocht en de stad in ons opgenomen. Hoewel het nog wel even wennen was aan de gebruiken en we best een beetje een cultuurshock hadden na het zo geciviliseerde Hong Kong, waren we ook erg onder de indruk van de gastvrije Nepalezen en van de bijzondere stad.

De volgende dag werden we na het ontbijt rond 08.45 uur opgehaald door onze chauffeur, maar alles op het gemakkie, “when you are ready” bleek het motto. We werden eerst afgezet bij Boudha, 5 km ten Noord Oosten van centraal Kathmandu. Hier staat een van de grootste Stupa’s ter wereld. Een Stupa is een Boedhistisch bouwwerk dat de relieken van een Boedhistisch heilige bevat. ’s Ochtends slenteren hier de monniken en lokalen rond de Stupa . 81% van de Nepaleze bevolking is hindoe, 11% Boedhistisch en de overige 8% hangen een van de andere geloven aan. Hierna zijn we door de chauffeur naar Pashupatinath gebracht. Op iedere plek konden we zo lang blijven als we wilde terwijl de chauffeur ons opwachtte bij de auto, ideaal dus. Pashupatinath is misschien wel de meest indrukwekkende plek die we hebben bezocht gedurende deze rondtrip langs alle hoogtepunten rondom Kathmandu. Dit is namelijk de plek waar de lijken worden verbrand langs de rivier. Het ligt 4 km ten Oosten van centraal Kathmandu en is Nepals heiligste Hindoe pelgrims plaats waar verschillende tempels, beelden, pelgrims en half-naakte heilige mannen rondlopen. De heilige Hindoe-tempel Pashupati Mandir is alleen te bezoeken door Hindoes. Aan deze tempel ligt de Bagmati River waar de crematies plaatsvinden. Om hier te sterven (er is een hospies naast) en gecremeerd te worden is het hoogste religieus haalbare voor een Hindoe, je bent dan namelijk gegarandeerd van reïncarnatie. Er zijn verschillende plaatsen naast elkaar waar de crematies plaatsvinden en de plek waar je gecremeerd wordt duid aan hoeveel aanzien je hebt (of hoeveel geld je hebt neergeteld voor je crematie). De familieleden moeten na het overlijden een jaar lang witte kleding dragen en de oudste zoon mag geen vlees eten als zijn vader is gestorven en geen melk drinken als zijn moeder is gestorven. Hiernaast zijn er nog tal van regels en gebruiken rondom de crematie. We zagen de lijken langs de rivier liggen, gedragen worden naar de crematieplaatsen en vervolgens gecremeerd worden. Dit is echt een van de indrukwekkendste dingen die ik ooit gezien heb, mede doordat je een kijkje krijgt in het leven/de dood van de Hindoes op een manier die voelt als een enorme inbreuk op hun privacy.

Na deze indrukwekkende ervaring zijn we met de auto naar het belangrijkste plein van Patan gebracht. Patan ligt net buiten centraal Kathmandu en is minder toeristisch dan Kathmandu. Hier hebben we geluncht waarna we door zijn gegaan naar Swayambhu (monkeytemple). Vanuit deze heuvel heb je een prachtig uitzicht over Kathmandu . Bovenop de heuvel staat een Boedhistische tempel welke helaas, zoals zo veel bouwwerken in de stad, is aangetast door de aardbeving. Het wordt ook wel de Monkeytemple genoemd omdat er ontelbaar veel apen zich rondom de tempel hebben gehuisvest in de loop der jaren. De reden dat er veel apen en duiven rondom heilige tempels leven is vooral doordat er veel eten wordt geofferd bij deze tempels. De apen en duiven hebben natuurlijk geen idee dat dit eten heilig is en bedoeld is voor de goden en zien dit dan ook als een uitstekende kans om hun buikjes vol te eten. Nadat we 2 toeristen beroofd zagen worden van hun eten door een van deze apen, besloten we daarom het eten maar in de auto te laten als we bij zo’n heilige tempel aankwamen, zo ook bij de monkeytemple dus.

Na deze lange maar bijzondere dag besloten we de dag erna rustig aan te doen en een bioscoop op te zoeken. Dit kwam goed uit want het bleek de enige dag tijdens onze tijd in Kathmandu dat het regende. De wegen waren hierdoor nog slechter dan normaal en eigenlijk verandert in modderbaden en het verkeer was nog chaotischer dan normaal. We kozen de film “Everest”, een waar gebeurd verhaal over bergbeklimmers op de Mount Everest dat niet zo goed afliep. Leuk om te zien hoe Kathmandu er in de film uitzag en het komt aardig overeen met de werkelijkheid. Ook het Himalaya gebergte zag er veelbelovend uit waardoor we erg uitkijken naar onze trekking door het Annapurna gebergte. Waar we ons over verbaasde was dat het een Engelstalige film betrof waar geen ondertiteling bij gebruikt werd. Later hoorde we dat dit er mee te maken heeft dat er gedacht wordt dat mensen die geld hebben om een bioscoopkaartje te betalen wel geschoold moeten zijn en dus ook fatsoenlijk Engels moeten kunnen spreken. Voor ons was dit een mooie kans om ook een bezoekje te brengen aan de bioscoop, aangezien dit in China echt onmogelijk was doordat er bijna alleen maar Chinese films draaide.

De dag er na werden we om 5.45 uur bij het kantoor van The Last Resort verwacht. Het kantoor bevindt zich midden in het centrum van Kathmandu en was voor ons 5 minuten lopen. Vanuit daar zouden we met een bus naar The Last Resort worden gebracht, wat 100 km ten oosten van Kathmandu ligt tussen prachtige bergen aan de overkant van een rivier. Op 160 meter hoogte is een brug gespannen tussen de berg waar de weg zich bevindt en de berg waar het resort zich bevindt en van die brug zouden wij af gaan springen. Voor dat het zover was zouden wij de eerste dag samen met 2 Amerikaanse meisjes meegenomen worden door 2 gidsen voor Cayoning. Dit houdt in dat je abseilend door en langs 8 watervallen richting de rivier gaat. Vanaf de rivier loop je dan weer omhoog naar het resort. Het was best spannend en ook niet altijd gemakkelijk maar wel een hele leuke ervaring! De hoogste waterval was 45 meter (de enige waterval die droogstond, wat wij niet zo heel erg vonden omdat het water het abseilen erg glibberig maakt). We sliepen in tenten die her en der verspreid over het prachtige terrein van The Last Resort stonden en onze tent had uitzicht over de brug waar we de dag erna af zouden springen, we konden ons dus goed voorbereiden door naar onze gillende voorgangers te luisteren en kijken. ’s Ochtends na het ontbijt kregen we nog een korte briefing en werden we gewogen. Samen wogen we 132 kg (we zijn tot nu toe dus niks aangekomen of afgevallen was de conclusie) en dit werd met viltstift op onze handen geschreven. Er werd benadrukt dat als ze 3, 2, 1, springen(!) zeiden, we ook daadwerkelijk samen moesten springen want als 1 van de twee niet zou springen zou het helemaal mis gaan. Vervolgens liepen we vol adrenaline naar de brug toe waar het zou gaan gebeuren. Je kan verschillende sprongen maken bij The Last Resort, zo kan je de populaire en meest bekende Bungee Jump maken waarbij je aan je voeten wordt vastgemaakt aan een elastiek en recht naar beneden springt en je kan een cayonswing doen. Hierbij is er een kabel tussen de twee bergen gespannen die iets hoger hangt dan de brug op ongeveer 100 meter afstand van de brug. Aan deze horizontale kabel is een 100 meter lange verticale kabel gespannen (geen elastiek) waar je vanaf de brug aan wordt bevestigd. Vervolgens spring je van de brug af waardoor je met 150 km per uur een vrije val maakt van 100 meter (zo lang als de kabel is) en vervolgens aan de kabel heen en weer blijft schommelen tussen de bergen. Deze Cayonswing kun je ook met z’n tweeën doen, dan heet het de Tandemswing en deze sprong hebben Bart en ik gedaan. Het leek ons heel tof om het samen te doen en het idee was ook, “als we gaan, gaan we samen”. Dus daar stonden we, klaar om te springen. Je krijgt beide een soort harnas aan waarbij het touw aan je buik wordt bevestigd. Bart kreeg ook nog een GoPro op zijn arm zodat alles gefilmd zou worden. Vervolgens werden we naar het platform begeleid en moesten we met onze voeten half over de rand van het platform gaan staan. Gelukkig hebben wij allebei geen hoogtevrees maar het voelt wel raar om zo op een randje te gaan staan. De kabel waarmee je aan de brug vast zit wordt losgemaakt en er wordt afgeteld, 3, 2, 1, jump!!!!!!! We kregen nog een duwtje na en sprongen gelukkig tegelijk van de brug af om wat vervolgens een eeuwigheid leek te duren naar beneden te springen. De vrije val duurt zo lang dat het heel onnatuurlijk voelt en je ziet de rivier steeds dichter bijkomen. Uiteindelijk voel je dan het touw waarna je samen tussen de bergen op en neer schommelt. Echt een fantastische ervaring!! Hierna wordt je omhoog terug de brug op gehesen en zal het oversteken van de brug nooit meer het zelfde voelen, dit is namelijk de brug waar jij vanaf bent gesprongen! Na wat er met het Nederlandse meisje in Spanje is gebeurd afgelopen zomer hebben we uiteraard wel van te voren gecheckt of we goed bevestigd zaten maar het zag er allemaal meer dan veilig uit! Naderhand hebben we nog even in het zonnetje van een Cuba Libre genoten om te vieren dat we het hadden overleefd waarna we werden teruggebracht naar het lekkere chaotische Kathmandu. Vlak voor we naar Bangkok vliegen kunnen we de film van onze sprong ophalen bij het kantoor van The Last Reosrt in Kathmandu en omdat we de film erbij hebben genomen kregen we ook nog een T-shirt als aandenken.

’s Avonds aangekomen in Kathmandu zijn we weer teruggegaan naar het hotel van Deepak waar hij ons al stond op te wachten. Hij had de bustickets voor de bus naar Pokhara al gekocht en zou ons de volgende ochtend om 6.30 uur naar de bus brengen. Na een heerlijke nacht in het rumoerige Kathmandu werden we om 6 uur verwacht bij het ontbijt (Deepak zou Deepak niet zijn als hij niet had gezorgd dat er ook op dit tijdstip een heerlijk omeletje en een kop koffie/thee voor ons klaarstond). Vervolgens is Deepak meegelopen naar de bus om ons te wijzen welke bus we moesten hebben en te zorgen dat we veilig in de bus kwamen te zitten. Er is hier niet zoiets als een busstation, de bussen staan gewoon allemaal in een rijtje te wachten op vertrek. Het vertrek uit Kathmandu liep overigens iets anders dan we hadden verwacht. Door het benzine tekort moesten we eerst nog 2 uur in de rij staan van het benzinestation voor we konden vertrekken. Pokhara ligt in principe 200 km van Kathmandu af maar door een combinatie van benzine tekort en de conditie van de wegen hier kwamen we 10 uur na vertrek pas aan in Pokhara. Gelukkig hadden we wifi in de bus :).

In Pokhara stond de eigenaar (Stan) van ons volgende hotel, The Mountain House, ons al op te wachten. Dit bleek wederom een fijn hotel waar veel wordt meegedacht en geholpen wordt om je tijd in Nepal zo optimaal mogelijk te besteden. Stan heeft ons op weg geholpen met de voorbereidingen van onze trekking naar Annapurna BaseCamp waar we woensdag mee gaan beginnen. Eerst hebben we nog even een paar dagen om ons klaar te maken en uit te rusten. Pokhara blijkt een stuk minder chaotisch dan Kathmandu. Je hebt meer de indruk dat je in een badplaats bent waar een beetje een laidback sfeer hangt. Vandaag (maandag) zijn we met een bootje naar de overkant van het Phewa meer gevaren, waar Pokhara aan ligt, en zijn vervolgens als een soort training voor woensdag een berg opgeklommen waar een tempel bovenop staat. Het phewa meer is een prachtig groen meer omringt door bergen. In de verte zie je de bergen van het Annapurna gebied liggen. Hierna zijn we via de andere kant van de berg naar beneden gelopen en om het meer heen weer terug naar de meerzijde van Pokhara (zo heet de wijk waar ons hotel en de meeste andere hotels en restaurantjes zich bevinden) gelopen. Morgen hebben we nog een dagje om uit te rusten voor onze trekking dan echt gaat beginnen!

Sorry voor het enorme verhaal maar er was gewoon veel te vertellen over onze eerste ervaringen in Nepal. Het volgende verhaal over de trekking zal weer door reporter Bart geschreven worden.

Wederom bedankt voor alle reacties en lieve berichtjes die we van jullie krijgen!

Groetjes Bart en Femke

Yangshuo & Hong Kong

Zaterdagmiddag 17 oktober vertrokken wij met de nachttrein richting Guilin. Dit zou onze laatste nachttrein worden. Je hebt in de Chinese nachttreinen de keuze uit 3 opties: een zitplaats, een hardsleeper of een softsleeper. Het verschil tussen de laatste twee zit hem niet in de hardheid van de matras, wat je zou vermoeden door de naam, maar of je een 4 persoonscoupe hebt of dat je in een grote ruimte slaapt met 3 bedden boven elkaar. Omdat we niet echt positieve verhalen hadden gehoord over de hardsleeper (spugende Chinezen en Chinezen die op je bed gaan zitten), kozen wij voor de softsleeper. We deelde onze coupe met een jong Chineesstel en waren al snel van mening dat we het slechter hadden kunnen treffen. Op het smakken na was het stel prima gezelschap. De communicatie was nihil aangezien ze geen woord Engels spraken maar we vermaakte ons goed met de gebruikelijke treinactiviteiten. Het Chinese stel beperkte hun activiteiten tot eten (heel veel eten en dus ook smakken) en slapen, net panda's dus ;). Na 25 uur kwamen we aan in Guilin vanuit waar we een bus naar Yangshuo namen. De bus liet even op zich wachten door file en zo raakte ik aan de praat met een Chinees meisje dat wel een woordje Engels sprak, zij zou later nog van pas komen. Aangekomen in Yangshuo bleek namelijk dat het niet zo makkelijk was als wij gehoopt hadden om een taxi te vinden naar ons hotel, The Giggling Tree, dat 5 km buiten het centrum van Yangshuo ligt. Het Chinese meisje heeft vervolgens voor ons het hotel gebeld om het Chinese adres te achterhalen en drong er op aan mee te rijden naar het hotel om te voorkomen dat we zouden worden opgelicht door de tuk tuk-station chauffeur (gebruik je fantasie bij een tuk tuk-station, het is zeg maar een verlengde tuk tuk). Aangekomen bij het hotel zei het Chinese meisje verbaast: "many foreign people". Zij wist dan ook niet dat het hotel Nederlandse eigenaren heeft en vooral bezocht wordt door Westerse toeristen en expads.

Yangshuo ligt in het prachtige Karstlandschap en wordt omschreven als een familievriendelijke bestemming met veel Engelstalige hotels en westers eten. Over Yangshuo zelf wordt gezegd dat het verpest is door de velen toeristen en dat is ook wel zo maar dit was dan ook de reden dat wij hadden gekozen voor het 5 km verderop gelegen Giggling Tree om te verblijven. De kamers van het hotel liggen rondom een patio waar zich het terras van het hotel bevindt. Aangrenzend ligt nog een terras en zwembad, beide met uitzicht op het Karstlandschap. Het hotel was iets boven ons budget maar het geld meer dan waard, het voelde echt even alsof we op vakantie waren :).

We hebben met name gewandeld en gefietst in de prachtige omgeving van het Karstlandschap. Zo hebben we op een tandem via smalle paadjes dwars door velden gefietst (dit was de enige dag dat we gebruik maakte van een tandem want vooral Bart vond het niet zo'n succes. Hij vergeleek het met rijden op cruisecontrol, doet hij ook liever niet omdat hij graag de controle houdt over zijn snelheid.). Ook hebben we Moonhill beklommen, een rots in de vorm van een maan bovenop een berg. Als je op de berg staat, sta je in de opening van de maanvormige rots. We zijn vervolgens voorbij het bordje "passengers no entry" gelopen en via een smal paadje zijn we (deels op onze handen en knieën) de rots op geklommen om het uitzicht vanaf de top te bewonderen. Daarnaast zijn we naar The Golden Cave gegaan, waar je na een tour door de grot van ongeveer 30 minuten langs alle stalactieten en stalagmieten, je mag onderdompelen in een modderbad om daarna te relaxen in een van de hotsprings. Ik heb als afsluiting ook nog een Fishspa gedaan, je gaat dan met je voeten in een vissenkom zitten en laat je huidschilfers op eten door alle kleine visjes in de kom, een bijzondere ervaring die Bart graag aan zich voorbij liet gaan.

Naast wandelen en fietsen zijn we gaan river driften. Je komt met z'n tweeën in een rubberbootje te zitten waarna je van bovenaan de berg via de rivier in 2 uur naar beneden wordt gevoerd. Peddels zijn niet nodig want de stroming is zo hard dat je volledig vanzelf gaat. We kwamen bij het bootje aan in onze zwemkleding en begonnen een beetje aan onszelf te twijfelen omdat de Chinezen allemaal gewone kleding aanhadden, sommige zelfs trainingsjassen of wollen truien. Een aantal had een wegwerpponcho bijzich en dacht daarmee droog te blijven. Na de eerste waterval vielen we bijna uit onze boot, door de waterval maar ook door het lachen, omdat die lui dus allemaal zeikes nat werden. Zaten wij mooi lekker in onze zwemkleding terwijl zij met drijfnatte kleding in die boot zielig zaten te kijken. Het was overigens tegen de 30 graden dus op een paar koude golven na hebben we het niet echt koud gehad. We hebben heel wat watervallen getrotseerd en deze activiteiten is dan ook niet voor watjes, maar we hebben het overleefd en vonden dit beide echt een hoogtepuntje! Super leuke ervaring! Verder hebben we in Yangshuo de markt bezocht. Naast groente en fruit worden hier beesten en vlees verkocht. Het stinkt er dan ook enorm naar rot vlees. De eenden, kippen, konijnen, katten en honden(!) zitten daar in kleine kooitjes op elkaar gedrukt. Even verderop zie je ze gevild aan haken hangen, niet echt een prettig aangezicht en we zijn dan ook snel weer weggegaan.

Een van de mooie plekjes in het Karstlandschap is het 20 yuan punt. Hier is de foto gemaakt die staat afgebeeld op het 20 yuan briefje (zie foto). We wilden het Karstlandschap niet verlaten zonder dit punt te hebben bezocht maar het was ons inziens iets te toeristisch. Ook het bamboovaren, dat erg populair is in dit gebied, vonden wij wat toeristisch opgezet dus hebben wij overgeslagen.

Naast al deze activiteiten hebben vooral van de omgeving, de rust en het lekkere eten van The Giggling Tree genoten. De natuur is prachtig en we hebben dan ook de nodige drankjes gedaan met prachtig uitzicht, genietend van de omgeving. The Giggling Tree is echt een aanrader als je toevallig in de buurt bent, en we vonden het dan ook erg jammer toen het tijd was om afscheid te nemen. Het is niet alleen het afscheid van The Giggling Tree en het prachtige Karstlandschap, maar ook van China. Na Yangshuo is het einde van onze reis door China aangebroken. 3 Weken hebben we met veel plezier door China gereisd en erg genoten van alles wat dit land te bieden heeft. Het bezoek aan de Chinese muur vonden we erg indrukwekkend maar we waren het er beide over eens dat we onze tijd in China niet beter hadden kunnen afsluiten dan met de 5 overnachtingen in The Giggling Tree in Yangshuo. Ook hebben we ons behoorlijk geïrriteerd aan de vieze, vaak egoïstische bevolking maar zo nu en dan zijn we verrast door de Chinezen, zoals door het Chinese meisje bij de bus. Onze reis is opgesplitst in meerdere delen, met het vertrek van Evelien en Mark, namen we tevens afscheid van de TME, en nu nemen we dus afscheid van deel 2, China. Hong Kong is een tussenstation waarna we doorreizen voor deel 3, Nepal.

Hong Kong
Hong Kong is een speciale administratieve regio van de volksrepubliek China. Om Hong Kong binnen te komen moesten we eerst met de hoge snelheidstrein (die maar liefst 305 km per uur ging) naar Shenzen om vanuit daar China te verlaten. Na de nodige stempels van de douane mochten we via een grote voetgangersbrug het water over naar het eiland Hong Kong waar we wederom de nodige stempels kregen. Hier gebruiken ze een andere munteenheid en hebben ze hun eigen regels. Zo kost op straat spugen of eten in de metro je een paar honderd euro. Dit zorgt ervoor dat Hong Kong veel schoner is dan China. Ook is het veel internationaler, zijn er veel westerse restaurants en bijna iedereen spreekt er Engels, wat voor ons echt een verademing is na 3 weken handen en voeten communicatie. Verder doet Hong Kong een beetje aan New York denken met haar immense wolkenkrabbers, neonverlichting en skyline.

We hebben de afgelopen paar dagen door de stad geslenterd en alle enorme winkelcentra en andere gebouwen bewonderd. Daarnaast zijn we met de ferry naar Kowloon gegaan. Ons hostel bevind zich op Hong Kong Island en met behulp van de ferry kun je het andere grote eiland van Hong Kong (Kowloon) bezoeken. Dit is nog duurder en sjieker dan Hong Kong Island dus hier zijn we niet heel veel geweest. Verder zijn we met een peaktram die een berg op gaat naar Victoria Peak gegaan van waaruit je prachtig uitzicht over Hong Kong hebt. Zaterdagavond zijn we in een michelinster restaurant gaan eten. Dit is, voor zover bekend, het enige michelinsterrestaurant waar je goedkoop kan eten. Je kan er niet reserveren en het is ook eigenlijk de bedoeling dat je na het eten zo snel mogelijk weer weg gaat maar het eten is er heerlijk! Ze serveren er voornamelijk kleine hapjes, waaronder onze favoriete dumplings (een soort deeghapjes gevuld met groente, vlees of vis die we al op veel plekken in China hebben gegeten).

Samen met 2 Nederlandse meisjes hebben we Hong Kong verkend en van het lekkere eten genoten. Hong Kong is een vette stad waar veel te beleven is en we hebben dan ook onze ogen uitgekeken. Het schone, beschaafde en verwesterse van Hong Kong konden we na 3 weken China ook wel waarderen. Nu hebben we heel veel zin in ons nieuwe avontuur, Nepal. Morgenochtend gaan we per vliegtuig eerst naar Kuala Lumpur om vervolgens door te vliegen naar Kathmandu (dat is goedkoper dan rechtstreeks, logisch natuurlijk ;)). Vanaf daar zullen we onze reis weer volgens het oorspronkelijke plan oppakken. Hopelijk hebben we niet teveel last van het benzine tekort.

Jullie horen gauw van ons vanuit Nepal!

Groetjes Bart en Femke

Chengdu

We zijn sinds maandag in Chengdu en vertrekken vandaag middels een treinreis van 25 uur naar Yangshuo, tijd voor een update dus.

Maandag kwamen we per vliegtuig vanaf Zhangjiajie aan in Chengdu. Op het vliegveld staan de shuttlebusjes naar verschillende richtingen je al op te wachten. We zijn n aantal keer gevraagd of we niet toch een taxi wilde, maar we waren vast besloten en zaten dan ook redelijk snel in het centrum. Van daaruit 2 haltes met de metro voor we bij ons hostel waren. We hebben wederom een eigen kamer met eigen badkamer, dat bevalt erg goed! We zijn gelijk de stad gaan verkennen. Oorspronkelijk was het plan vanuit Chengdu met een bus naar Jiuzhaigou te gaan. Dit is een natuurpark dat ten noorden ligt van Chengdu. Het schijnt erg mooi te zijn maar het zou beteken dat we 8 tot 10 uur heen en 8 tot 10 uur terug in de bus zouden zitten en we de rest van onze tijd in Chengdu wederom aan het racen zouden zijn om alles te bezoeken. We besloten dit natuurschoon daarom te skippen en naast wat sightseeing, Chengdu te gebruiken om een beetje bij te komen.

Chengdu is een van de grote steden van China met maar liefst 15 miljoen inwoners. Het ligt in het zuiden van China in de provincie Sichuan. Chengdu is plat, het weer is grijs en het verkeer is een drama. Toch komen hier veel toeristen naar toe en gaan ze net als wij, tevreden weer weg. Dit heeft waarschijnlijk vooral te maken met de relaxte sfeer die er hangt en de ontelbare lekkere eettentjes. Net zoals in de rest van China viel het ons op dat de straten erg schoon en goed onderhouden zijn. De beplanting naast de weg wordt iedere dag water gegeven en ook hier is het metronetwerk prima geregeld. De Chinezen daarentegen doen precies waar ze zin in hebben. Ze rijden door rood, scheuren met hun elektrische scooter zonder licht over de stoep en duwen je opzij als zij dat nodig vinden. Daarnaast zijn ze ook hier vies, ze roggelen, spugen en boeren niet alleen, ze doen hun behoefte het liefst met de deur open (als er al een deur is want de meeste openbare toiletten hebben gewoon geen deur). Kleine kinderen hebben geen luiers aan maar broekjes waarin het middelste deel eruit is geknipt zodat ze hun behoefte op straat kunnen doen, of indien gewenst boven een container gehouden kunnen worden (sorry hier geen foto's van). Gelukkig wennen we aan de Chinezen.

Naast ronddwalen door de stad, winkelcentra bewonderen en veel lekker te hebben gegeten, zijn we op zoek gegaan naar "ons geld". Dat werd een beetje de leidraad van onze tijd in Chengdu maar gelukkig hadden we daar ook de tijd voor. Wat bedoel ik met "ons geld"? Zoals Bart in het vorige verhaal aangaf hebben we onze trip naar Tibet gecancelled. We hadden alleen al wel n aanbetaling gedaan van 2000 yuan (een kleine €300) via Western Union. Dit zou geen probleem hoeven zijn want volgens het hostel waar we de trip hadden geboekt konden we dat geld gewoon weer ophalen bij Western Union. Aangekomen bij Western Union, het verhaal aan een redelijk Engels sprekende bankmedewerkster te hebben uitgelegd en alle nodige formulieren te hebben ingevuld, werd ons medegedeeld dat dit helemaal niet kon. Het hostel moest het geld zelf ophalen, een andere manier was absoluut niet mogelijk. Dit benadrukt maar weer de efficiëntie van de Chinezen, we waren inmiddels al ruim een half uur binnen bij de bank en hadden het verhaal al in de eerste 5 minuten uitgelegd. Laten we het gooien op de taalbarrière.

Voor woensdag hadden we een tour naar het Giant Panda Breeding Research Base geboekt via het hostel waar we de Tibettour bij hadden geboekt (we verblijven in een ander hostel omdat ze in dit hostel geen privé badkamers hebben). We besloten daarom woensdag met die lui te gaan praten over het ophalen van het geld. Op woensdag moesten we vroeg op. De panda's zijn 's ochtends het actiefst en slapen 's middags. Bij aankomst bij het hostel hebben we het verhaal over "ons geld" uitgelegd maar veel verder dan: "de personen die daar over gaan zijn er momenteel niet", kwamen we niet. We hebben onze trip niet laten verpesten en zouden het na terugkomst nog wel een keer proberen.

Het Giant Panda Breeding Research Base ligt 18 km ten noorden van het stadscentrum van Chengdu. Het is de gemakkelijkste manier om panda's te zien buiten een dierentuin, er leven 120 grote panda's en 76 rode panda's. De verblijven zijn erg groot en goed onderhouden . Het belangrijkste doel is om de panda's zich te laten voortplanten en uiteindelijk weer terug te plaatsen in de natuur. We zijn per Minibus met een Engels stel naar de ingang van het park gebracht waarna de chauffeur ons op de parkeerplaats zou opwachten voor de terugrit. We hebben grote, rode, actieve, slapende, etende en baby panda's gezien. Ze zien er allemaal erg schattig uit. Het is wel een behoorlijke toeristische attractie maar ik begrijp wel dat het geld van de toeristen hard nodig is om het project staande te houden. Er zijn periodes geweest waarin (mede door de familie Roosevelt, je weet wel, die ooit belangrijk waren in de VS) het heel populair was om te jagen op panda's. Omdat panda's zich niet zo gemakkelijk voortplanten (ze zijn erg kieskeurig wat partner keuze betreft en paren maar 1 keer per jaar), worden ze al lange tijd met uitsterven bedreigd. Vandaar dat het Breeding Center zoveel moeite doet om de panda's re laten "breeden". (Sorry Tom als de biologische informatie in dit verhaal niet helemaal klopt maar dit is zoals ik het heb begrepen en heb vertaald).

Na terugkomst in het hostel waar we de tour hadden geboekt deden we nog een poging "ons geld" terug te krijgen. Er werd ons gevraagd morgen terug te komen... We zijn vervolgens naar de Tibetaanse wijk gegaan. Dit is een authentieke wijk in Chengdu waar je veel Tibetaanse winkels en restaurantjes ziet. De armoede lijkt hier wat groter dan in de rest van Chengdu. We hebben hier lekker op een dakterras geluncht en van een biertje genoten.

Donderdag hebben we wederom een poging gedaan "ons geld" terug te krijgen. Na nog een keer het hele verhaal in het betreffende hostel te hebben uitgelegd, heeft de hostelmedewerkster met haar baas in Amerika gebeld. Die bleek het hele gedoe zat te zijn want ze zei gelijk dat ze ons het geld maar gewoon moest geven en dat zij het dan wel een keer op zou halen bij Western Union. Yess, opgelucht gingen we weg bij het hostel en vertrokken we richting Global Center. Dit is een enorm gebouw, nog groter dan een voetbalstadium met maar liefst 2 winkelcentra, een schaatsbaan, een gigantisch waterpark, een bioscoop, een sjiek hotel en ontelbare restaurantjes. Het zwembad was underconstruction maar we hadden onze zwemkleding toch niet bij ons. We hebben nog een poging gedaan de bioscoop te bezoeken maar helaas draaide de enige Engelstalige film alleen 's avonds. Dan maar wat eten en een drankje doen en wat rondlopen door dit immense gebouw. 's Avonds hebben we gegeten bij Grandma's kitchen. Een ketenrestaurant met westers eten (en wijn, zeer zeldzaam in China), om te proosten op mijn moeders verjaardag. Het eten is hier lekker en herkenbaar en in het weekend verzorgen ze er brunches dus we besloten zaterdag, de dag van vertrek, nog een keer terug te komen.

Vrijdag wederom vroeg op gestaan om ons weer eens te wagen aan het busvervoer in China voor een tripje naar Le Shan. Hier kun je de grootste Budha ter wereld bewonderen. Een kaartje voor de bus bemachtigen was redelijk eenvoudig maar toen kwam de echte uitdaging, hoe kom je nou in de juiste bus. Er stond een nogal opgefokte Chinees bij de poortjes richting de bussen, heel hard te schreeuwen, in het Chinees uiteraard. Hij werd constant boos op mensen en zwaaide wild met z'n armen. We werden bijna plat gedrukt door de Chinezen die het ook niet meer leken te begrijpen. Ineens zwaaide de opgefokte Chinees wild met zijn armen naar ons en we maakte er uit op dat onze bus gereed stond.

We werden bij het grootste busstation van Le Shan afgedropt waar een vrouw met een sherpa om gebaarde dat we in haar minibusje moesten stappen. Dit koste 5 yuan per persoon (nog geen euro). Bart vroeg nog voor de zekerheid: "Giant Budha?" En de vrouw knikte. We werden uiteindelijk een kilometer van de ingang gedropt en lieten ons via een soort fiets tuk tuk naar de ingang brengen. Eenmaal binnen loop je eerst middels een pad, over treden naar boven. Daar zakte de moed ons een beetje in de schoenen want het was er mega druk. Toch hebben we een paar kiekjes geschoten van het hoofd van de Budha en wat rond gelopen. Na moed te hebben verzameld zijn we via een steile trap die langs de Budha loopt, afgedaald. Totale afstand is 500 meter maar je doet er 1,5 uur over doordat het zo mega druk is en de Chinezen bij iedere hoek, steen, hek of uitstulping een foto willen maken. Wederom een geduw en getrek dus en je moest weer oppassen voor pokende selfiesticks. Eenmaal beneden waren we toch blij dat we het gedaan hadden. Wat een immens groot gevaarte is dat. De Budha is 1200 jaar oud en is uit een klif gehakt. Hij kijkt over 3 grote rivieren uit en is gebouwd door een monnik ter bescherming van de boten en in de hoop de gewapende conflicten te kalmeren. De Budha is 71 meter lang en bij de schouders 28 meter breed. Na de Budha bezocht te hebben moesten we weer een stuk omhoog lopen en hebben we nog wat van de omgeving genoten. Helaas was het zeer mistig maar dat schijnt redelijk normaal te zijn in deze omgeving. Uiteindelijk wilde we richting het centrum dus gingen we opzoek naar vervoer. We werden aangesproken door een Chinees vrouwtje (in het Chinees uiteraard) en lieten het adres zien van een eettentje waar we graag naar toe wilde (daarover later meer). De vrouw knikte ja en zei 20 yuan. Afdingen is niet echt ons ding en het leek ons een prima bedrag voor die afstand dus we gingen ervoor. Vervolgens scheurde we met de tuk tuk over een zandpad richting de weg en keken we elkaar trots aan omdat we dat toch maar weer mooi gefikst hadden. Nou niet dus.. Nog geen 5 minuten later werden we bij een bushalte gedropt en gebaarde ze dat vanaf hier de bus naar het centrum ging. In discussie gaan heeft weinig zin als je geen Chinees spreekt en er kwam op dat moment een bus aan dus we besloten het erop te wagen. Deze bus koste 1 yuan per persoon (€0,14) en uiteindelijk konden we er ook wel weer om lachen, wat waren we weer lekker naïef geweest. We werden door de bus inderdaad in het centrum gedropt waar we opzoek gingen naar een door de Lonely Planet geadviseerd kraampje waar je hele lekkere eend zou kunnen kopen. Dit bleek ook echt zo te zijn. Het was een kraampje dat je normaal gesproken zeker voorbij was gelopen. De gebraden eenden lagen en hingen door het hele kraampje heen. Op advies van de Lonely Planet gingen we er toch voor. Zonder echt te weten hoe het werkte bestelde we een halve eend waarbij we nog net duidelijk konden maken dat we de kop er niet bij wilde hebben. Ter plekke werd het vlees in stukken gehakt en in een plastictasje gegooid. Tegenover het kraampje zochten we een trappetje op om de eend met onze handen af te kluiven. Het meisje van het kraampje zag dit en kwam ons plastic handschoentjes brengen. De eend was inderdaad geniaal lekker en de ervaring fantastisch.

Nu we ervaring hadden met de bussen besloten we de bus te pakken richting het busstation vanwaar we de bus weer terug naar Chengdu konden nemen. Een groepje schoolkinderen van tussen de 4 en 12 jaar hielpen ons de juiste bus te pakken en ze vonden het maar wat interessant. Toen we bij het busstation aankwamen riepen ze allemaal dat we er daar uit moesten en werd er in koor: "bye" geroepen. Deze kinderen spraken beter Engels dan de meeste volwassen Chinezen. Toen wij een paar andere westerse toeristen uit een taxi zagen stappen dachten we, wat een lozers, gaan niet eens met de bus, wij zijn pas echt diehard ;).

Dat wordt ook bevestigd door het Engelse stel dat we tijdens de tour naar het Panda Breeding Center hebben ontmoet. Zij vertrekken vandaag ook naar Guilin maar gaan vliegen. Ze vonden 25 uur met de trein echt veel te lang. Dus we hebben even uitgelegd dat wij voor 25 uur ons hand niet meer omdraaien :). Ennuh, 85 uur met de trein is ook helemaal niet lang als je met 2 goede vrienden bent maak je er gewoon een feestje van!

Groetjes Bart en Femke


Pingyao, Xi'an & Zhangjiajie

Ook ik, Bart, mag een duit in het zakje doen en een reisverslag maken van de afgelopen 6 dagen!

Het avontuur begon dinsdagochtend toen Femke en ik samen vanuit Beijing de trein pakte richting Xi'an. Dit met een tussenstop in Pingyao. We hadden om 5.30 de wekker gezet want de trein vertrok al om 7.30. Met onze volle bepakking gingen we weer het drukbezette metro stelsel van Beijing in naar Beijing station West. Aangezien het nog steeds Golden Week was, was het wederom een drukte van belang daar. Op het station was onze eerste missie de treintickets scoren voor alle verdere treinreizen in China. Na wat op en neer geloop op zoek naar een bemande ticket office, geprobeerd met Russisch geld te betalen (kom ik op terug) en wat onverstaanbaar Chinese woorden te hebben aangehoord, hadden we de tickets gelukkig binnen. Op naar het volgende doel: ontbijt. Chinees eten is heerlijk, maar niet 's ochtends vroeg...dus bood de grote gele M aan de overkant van het station uitkomst. Hier kwam ik erachter dat Russisch en Chinees geld toch wel erg op elkaar lijkt. Ik dacht een briefje van 50 yuan (chinees geld) te geven maar na wederom wat onverstaanbare Chinese woorden te hebben aangehoord viel het kwartje bij mij en bleek het briefje 50 roebel (Russisch geld) te zijn (dom dom dom). Nadat we ons ontbijt hadden opgegeten in de wachtruimte van de trein was het tijd om te gaan boarden. De beveiliging op de treinstations hier in China doet me meer denken aan een vliegveld en ook de stoelen in de hogesnelheidstrein zijn al van te voren toegewezen. Met 250 km/u zouden we in ongeveer 4 uur op onze tussenstop aankomen: Pingyao!

Na een overhaaste uitstap op Pingyao (we hadden wat laat door dat we er al waren), werden we meteen door meneer de stationsagent van het perron gestuurd. Later bleek dit de standaard procedure te zijn, want het was niet toegestaan om op het perron te zijn als er andere treinen met 200+ km/u door het station heen razen.
Ondanks dat meneer de stationsagent ons niet heel aardig maande te vertrekken, besloot ik toch een poging te wagen om te vragen of er op dit station ergens een storage room was om onze backpacks tijdelijk op te slaan. Hij leek me te begrijpen en hij begeleide ons naar het stationswinkeltje in de stationshal en maakte ons duidelijk dat we daar moesten zijn. Het bleek dat de lokale winkelier wat bijkluste door tassen van reizigers in zijn opslagruimte op te slaan. Voor ons natuurlijk erg fijn!

Ook in Pingyao was het door de Golden Week weer flink druk. Pingyao is namelijk China's best bewaard gebleven oude ommuurde stad en daar zijn chinezen blijkbaar erg trots op. Met 30.000 inwoners een klein stadje wel te verstaan. Helaas wel erg geteisterd door veel smok. Na wat door de drukte en de kleine straatjes te hebben rondgelopen (en uiteraard weer meerdere keren op de foto te zijn geweest met Chinezen) besloten we even de rust op te zoeken van een restaurantje aanbevolen door de Lonely Planet. Hier konden we rustig ons vorige verhaal en foto's uploaden (ook hier hadden ze wifi) en het eten was hier ook weer heerlijk. Hierna deden we nog een poging om door de drukte wat van het stadje te bekijken en nadat we weer lekker hadden gegeten in een ander aanbevolen restaurant was het alweer tijd om terug te gaan naar het treinstation. Heen met de taxi kostte ons 30 yuan, dus dit wilde we op de terugweg weer betalen. We werden aan een taxi geholpen door 2 agenten, maar deze (niet officiële, zeg maar uit elkaar vallend koekblik) taxi vroeg 50 yuan. Na meerdere malen te zijn weggelopen en gezegd te hebben dat we maar 30 yuan wilde betalen besloot de taxi ons voor dat bedrag toch maar te brengen, met een gangetje van 30 km/u wel te verstaan want harder kon zijn bakkie niet. Eenmaal weer op het station bleek hoe strak georganiseerd China eigenlijk is. Ik zal uitleggen waarom ik dit zeg: uiteraard moesten we eerst weer langs de beveiliging en om precies 20 minuten voor vertrek kon het boarden beginnen. We vetrokken van spoor 2 dus iedereen moest in de tunnel onder het spoor netjes in een rij wachten. Nadat meneer de stationsagent een sein gaf mochten we het perron op en moesten we, uiteraard netjes op een rij, bij het nummer van de wagon gaan staan. Deze nummers waren op de grond geschilderd met een dikke gele lijn ervoor. Nu is mijn chinees niet bijster goed, maar meneer de stationsagent wist erin te slagen erg duidelijk te maken dat niemand deze lijn mocht passeren totdat de trein helemaal stil stond. Toen de trein aankwam, kwam helaas ook een van de vervelendste eigenschappen van Chinezen naar boven: (voor)dringen. Nog voor de trein helemaal stilstond rende ze allemaal naar de deur en wilde ze als eerste de trein in. De oplettende lezer zal nu denken: dat is toch super dom, want je stoelen zijn al van te voren toegewezen? Klopt helemaal, maar blijkbaar zit dat (voor)dringen er zo ingebakken dat ze dat altijd doen!

Na nog 2,5 uur in de trein kwamen we dan eindelijk aan op station Xi'an North, zo'n 10 km ten noorden van het ommuurde stadscentrum waar wij ons hostel hadden geboekt. Als echte metro professionals wisten we binnen no time de goede metro te pakken en na 20 minuten stonden we dan ook op de plaats van bestemming: hartje centrum! Nog even zoeken en ons hostel was binnen 10 minuten gevonden. Hier troffen we een heerlijk groot bed en een regendouche aan: onze dag kon niet meer kapot!
We besloten direct te gaan slapen, want de volgende dag stond het Terracotta Leger op het programma! In 1974 is dit immense leger (duizenden soldaten en paarden op ware grootte) van klei per toeval ontdekt door boeren die een put wilde graven. Ondertussen is dit leger uitgegroeid tot een van de beroemdste archeologische bezienswaardigheden ter wereld. Vanuit Xi'an rijden er standaard vele bussen richting deze plek en we besloten deze dus gewoon te pakken ipv veel te veel te betalen aan een tour georganiseerd door een hostel. Dit ging perfect en ook het leger was erg mooi om te zien. Deze duizenden soldaten en paarden blijken ook nog eens allemaal een andere gezichtsuitdrukking te hebben; erg bijzonder hoe ze dit zo hebben kunnen maken. Zoals bij alle bezienswaardigheden in China worden ook hier volop souvenirs verkocht en we besloten na wat afdingen 5 terracotta Warriors mee naar Nederland te nemen.
De volgende dag was national park Huashan aan de beurt om te bezoeken. Ook hier wilde we naartoe met de bus die zou vertrekken voor het station in Xi'an. Het duurde niet lang of we werden aangesproken door een Chinees vrouwtje met: Huashan?? We liepen mee en na een buskaartje te hebben gekocht moesten we even wachten voor de bus zou vertrekken. Ondertussen zagen we alleen maar Chinese toeristen toestromen met daartussen 1 Europeaan. Al snel raakte we aan de praat en bleek het een Engelsman, Mark. We besloten samen het park te gaan bekijken. Huashan ligt zo'n 150 km van Xi'an en dit zou ongeveer 3 uur duren met de bus. Onderweg bleek dat de gids in de bus een lunch had geregeld in een dorpje (die wij niet wilde, maar waar we wel op moesten wachten) waardoor we uiteindelijk na 4 uur rijden (en wachten) aankwamen bij het park. Huashan bestaat uit 5 bergtoppen waarvan de hoogste zo'n 2100 meter hoog is. Langs en over deze toppen ligt een pad en wij wilde graag de gehele ronde lopen en ondertussen ook nog "het planken pad" lopen. Dit pad is gemaakt van hout en hangt aan de zijkant van een berg met een afgrond van zo'n 2 km eronder. We konden de gehele ronde in zo'n 4 uur lopen nadat we eerst naar de noord top waren gebracht door een kabelbaan. Deze kabelbaan deed bij ons het wintersport gevoel weer helemaal opleven. Het uitzicht toen we boven kwamen was in een woord prachtig! Het weer was nog goed en we konden dus erg om ons heen kijken. Na ongeveer anderhalf uur lopen bereikte we de middelste top en vanuit hier kon je een rondje lopen langs de west, zuid en oost toppen. Deze pittige tocht werd nog wat zwaarder doordat het weer helaas slechter werd. We liepen in de wolken en er viel zelfs af en toe wat regen. Toen we op de zuid top aankwamen en het plankenpad wilde gaan lopen was het zicht nihil en het bleek ook nog eens extreem druk te zijn waardoor we onze laatste bus terug naar Xi'an zouden missen. Helaas moesten we dus besluiten deze over te slaan (bedankt gids voor die domme lunch)!
We finishte de rest van de tocht in inderdaad 4 uur en na het kabelbaanritje waren we weer terug bij de bus. In Xi'an besloten we samen met mark nog wat te gaan eten. Het was ondertussen al laat en na wat zoeken vonden we een restaurantje waarin een erg hulpvaardige serveerster met ons door het menu heen liep. Hier sloten we de dag af met chinees eten en een biertje en bedankte mark voor zijn leuke gezelschap. Al met al een top dag met prachtige uitzichten dus!
De laatste dag in Xi'an besloten we rustig aan te doen, want 's avonds stond de vlucht naar het volgende national park op het programma: Zhangjiajie. Femke besloot nog even een voet massage te scoren in Xi'an waarna we met een busje richting vliegveld vertrokken!

Na een korte vlucht van 1 uur arriveerde we op het vliegveld van Zhangjiajie. We hadden van te voren met het hostel al afgesproken dat ze ons zouden ophalen van het vliegveld omdat we pas laat (23.15) zouden landen. Toen we de trap afkwamen naar de bagage band toe, zagen we al meteen een Chinees in een net pak naar ons zwaaien. Hij dacht natuurlijk: kan niet missen dat dit mijn gasten zijn aangezien ze de enige niet Chinezen zijn in dit vliegtuig en op mijn bordje staat "van Zoest". Na een uur rijden richting the middle of nowhere, arriveerde we bij ons hostel en werd de eigenaresse uit haar bed geschreeuwd om de deur te openen en ons te woord te staan!
De volgende ochtend stonden we op tijd op om te gaan ontbijten en uiteraard het park te gaan bezoeken. In de meeste hostels tot nu toe kon je wel iets van een westers ontbijt krijgen, maar hier bleek noodle soep toch echt het enige ontbijt! Na dit ontbijt kregen we een uitleg van de eigenaresse over de best te volgen route in het park en vertrokken we richting ingang (2 minuten lopen, ideaal)!
Zhangjiajie is een national park bestaande uit 264 km2 subtropisch bos met 243 toppen van Quartz en zandsteen met 4 verschillende ingangen! Dit park staat bekend om de vermeende connectie met de film Avatar. James Cameron (regisseur van avatar) heeft het nooit officieel bekend gemaakt, maar de Chinezen weerhouden zich er niet van om dit wel te adverteren. Ik geef de Chinezen niet graag gelijk, maar ik moet toegeven dat de bergen in Avatar wel erg lijken op deze prachtige omgeving!
Op dag 1 hebben we vooral de routes gevolgd die hoog door en langs de bergtoppen liepen en op dag 2 zijn we van bovenaf afgedaald langs de rivier helemaal terug naar onze ingang!
Het is erg moeilijk om dit park in woorden te omschrijven, maar een paar steekwoorden zouden dan toch wel moeten zijn: mooi, immens, prachtig, uniek!! Kijk vooral zelf de foto's want die zeggen meer dan deze 4 woorden!

Om af te sluiten wil ik nog graag melden dat we onze route een beetje hebben aangepast. Door de aardbeving van dit jaar in Nepal bleek het niet mogelijk voor ons om vanuit Tibet naar Nepal te reizen en hebben we moeten besluiten om Tibet over te slaan. We zullen onze reis vervolgen als volgt: Chengdu, Guilin, Hongkong, Nepal, Thailand!

Heel erg bedankt wederom voor alle leuke reacties en tot het volgende verslag!

Groeten Femke en Bart

Beijing, einde TME (Trans Mongolie Express)

Op dit moment zitten wij met zere voeten en benen van het vele lopen in Beijing, in de trein naar Pingyao. Ik zal bij het begin beginnen want Beijing heeft ons hart gestolen!

Vrijdag kwamen we om 11.40 uur aan in Beijing. Vanaf het moment dat je de grens over bent voel je dat je in een ander land bent! Het landschap, de mensen, de huisjes, de dichtbevolkte gebieden, alles is hier anders dan in Mongolië. We kwamen uit een land waar je uren kan kijken voor je iemand of iets ziet. Hier zie je overal zoveel dat het moeilijk is alles te verwerken. Ook is het in China een stuk warmer, waar we woensdag nog in de sneeuw wakker werden, is het hier korte broeken weer!

We wisten al dat we zo’n beetje de slechtste week van het jaar hadden uitgekozen om Beijing te bezoeken. Het is hier namelijk Goldenweek, een nationale feestweek waardoor alle Chinezen vakantie hebben die ze gebruiken om de toeristische highlights te bezoeken. In heel China reizen er die week zo ongeveer 120 miljoen Chinezen. Daar komt de misplanning bij dat ik een hostel had gereserveerd vanaf zaterdag en niet vanaf vrijdag. Door de feestweek was het nog even spannend of het überhaupt wel zou lukken om nog een overnachtingsplek te vinden maar gelukkig vonden we een 4 persoonsstudio in een prima buurt waar we 1 nacht konden verblijven voor we naar ons hostel zouden gaan. De dag van aankomst hebben we verder gebruikt om het Olympisch stadion te bezoeken en ’s avonds te gaan eten in Ghoststreet, een straat van 1,4 kilometer met 150 verschillende restaurantjes. Zoals we geen Russisch (op een paar door Bart en Evelien geleerde woordjes en zinnetjes na) en Mongools spraken, spreken we ook geen Chinees. We waren bang dat dit een hele uitdaging zou worden maar niks is minder waar. De Chinezen zijn erg hulpvaardig en met handen en voeten kom je een heel eind. We kwamen de eerste avond in een restaurantje terecht waar ze een traditioneel Japans of Chinees gerecht serveerde. We weten niet of het nou Japans of Chinees is omdat Evelien het kende van haar stage in Japan maar het zou kunnen dat de Jappen het van de Chinezen hebben gejat, of andersom. De welwillende ober bracht ons een tablet en scrollde met ons langs de ingrediënten die we konden bestellen. Af en toe schudde hij lachend zijn hoofd of probeerde hij duidelijk te maken dat we toch echt iets moesten nemen wat we eigenlijk niet van plan waren. Uiteindelijk kregen we een soort grote hete koperen ketel op tafel met in het midden een klein schoorsteentje. In de ketel werd heet water gegoten en er werden kruiden toegevoegd om een soort bouillon te creëren. Vervolgens werden de door ons bestelden ingrediënten op tafel gezet. We merkte toen al dat we eigenlijk minstens 1 gerecht/ingrediënt minder kunnen bestellen dan we eigenlijk van plan zijn omdat je in China meestal veel te veel krijgt maar het spreekwoord: “de ezel stoot zich geen twee keer aan de zelfde steen” gaat in ons geval niet op want die fout hebben we de keren daarop ook gemaakt. De hele tafel werd dus vol geplant met vlees, groenten en sausjes en voor de oplettende lezer zaten we daar dus eigenlijk te fonduen in het Chinees (of Japans ;)). We werden daar op dat moment verliefd op het Chinese eten en het zou ons de rest van de dagen in Beijing niet teleurstellen.

De volgende dag zijn we vroeg (de wekker ging om 7 uur dus denk niet dat reizen ontspannen is, het is kei hard werken!) vertrokken naar Jingshan park. De Lonely Planet had ons geadviseerd hier een bezoek in de vroege ochtend aan te brengen zodat je oude Chineesjes hun ochtendritueel kunt zien uitoefenen. Dit houdt in dat je op zo ongeveer iedere hoek van het park Chineesjes in groepen Tai Chi, yoga, badminton of dans ziet beoefenen. Daarnaast konden we vanaf daar een heuvel op van waaruit je een prachtig uitzicht had over Beijing en de Verboden Stad. Een goede tip van de Lonely Planet want we vonden het prachtig. Vanaf dat moment wisten we dat we Beijing fantastisch vonden. Hoewel we dus geen Chinees spreken konden we ons prima redden in de stad. Het Metronetwerk is uitstekend geregeld waardoor je de hele stad door kunt met de metro. De metrohaltes staan ook allemaal in het Engels aangegeven. Daarnaast zijn de Chinezen, in tegenstelling tot de Mongolen en Russen erg hulpvaardig. Ook is de stad schoon en goed georganiseerd. Het enige nadeel is, de Chinezen zijn vieze mensen. Ze roggelen, spugen, boeren, stinken en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dit ervoeren wij vooral in het hostel waar we vanaf dat moment hebben overnacht. Een prima hostel waren het niet dat de Chinese gasten de boel daar heel smerig maakte. Na het bezoek aan het park hebben we de spullen naar het hostel gebracht en hebben we een poging gedaan de Verboden Stad te bezoeken. Toen merkte we pas echt dat het Golden week was want de Verboden Stad en haar omgeving waren overspoeld met Chinese toeristen. Na een flinke wandeling door een enorme meuten Chinezen, kwamen we erachter dat de tickets voor de Verboden Stad uitverkocht waren (om 10.00 uur die ochtend al). We waren genoodzaakt onze planning om te gooien en omdat we de dag erna naar de Chinese Muur wilde besloten we dat maandag de enige optie was om de Verboden Stad te bezoeken. In ons beste Chinees (met behulp van een vertaalapp op mijn telefoon) vroegen we een behulpzame Chinese jongen of hij ons kon helpen. Met handen en voeten en met een paar woordjes Engels die hij kende, legde hij uit dat we maandag om 7 uur ‘s ochtends in de rij moesten gaan staan om die dag de Verboden Stad te kunnen bezoeken. We zaten al in een lekker ochtend ritme dus dat was voor ons geen probleem. Om onze dag niet te laten bederven besloten we naar Hutong te gaan. Een oude wijk waar je door kleine straatjes kan lopen en traditionele Chinese huisjes kan bekijken. Dit hadden een stuk of 80.000 Chinezen, die ook geen tickets hadden kunnen krijgen voor de Verboden Stad, ook bedacht. We liepen daar dus als een soort sardientjes door Chinese steegjes, een bijzondere ervaring. Uiteindelijk besloten we halverwege de wandelroute die aangegeven stond in de Lonely Planet, onze tour te staken om richting het hostel te gaan zodat we nog een tour naar de Chinese Muur konden regelen. Ook die avond hebben we wederom heerlijk gegeten en hadden we weer veel te veel besteld. Overigens zaten we in een door de Lonely Planet geadviseerd restaurant waar nog een aantal Westerse toeristen zaten. Waarschijnlijk had het personeel om die reden een soort Rosenberg Trio-achtige muziek opgezet wat we een beetje ontoepasselijk vonden in deze setting, vooral toen er een kerstnummer werd gedraaid. Rare Chinezen..

De volgende ochtend ging om 6 uur de wekker voor onze tour naar de Chinese Muur. We werden opgehaald door een in mijn ogen veel te toeristische bus vol met Westerse toeristen (je komt in heel Beijing amper westerse toeristen tegen maar degene die er waren zaten zeker bij ons in de bus) en moesten allemaal een oranje armbandje om zodat we niet verloren zouden gaan in de Chinese massa op de muur (het is nog steeds feestweek). De bus was duidelijk gemaakt voor Chinezen en omdat wij als laatste werden opgehaald, waren we genoodzaakt achterin plaats te nemen waar je met je knieën in je nek nog net kon zitten, of eigenlijk net niet. Na 10 minuten rijden werd ons door de Engels sprekende Chinese gids verteld dat we een toiletpauze hadden, daarna zou de bus niet meer stoppen voor een toiletpauze en de rit naar de muur zou zo ongeveer 3 uur duren, wederom rare Chinezen dus.. Even wat slaap ingehaald en uiteindelijk kwamen we aan bij een van de dorpjes van waaruit je de muur kan beklimmen. We kregen 3 uur de tijd om 6 kilometer muur te beklimmen en zouden bij een dorpje verderop worden opgehaald. We hadden deze hike lichtelijk onderschat want de muur is behoorlijk hoog en om alleen al op de muur te komen ben je 20 minuten aan het lopen. Daarnaast is de muur gebouwd op heuvelachtig landschap en bestaat het voornamelijk uit treden. Het was een zware beproeving, het was warm, het was hoog en 6 kilometer bleek behoorlijk lang. Maar wat was dit een fantastische ervaring! Het uitzicht was echt prachtig en hoewel ik me in het begin nog best irriteerde aan al het Chinese volk dat daar met hun selfiestick rondliep, bleek dat, hoe verder je kwam, hoe minder mensen je tegen kwam. Dit kwam vooral omdat de meeste Chinezen de muur op gaan, een paar kiekjes schieten en weer naar beneden gaan. Toch waren er ook wel een paar die dezelfde tocht als wij aflegde waarbij ze uiteraard wel bijna op iedere hoek stopte voor een Kodakmomentje. Omdat we niet goed konden inschatten hoe ver we al hadden gelopen dachten we dat we nog een heel end moesten en in tijdnood zaten toen we bij de toren aankwamen die aangaf dat we bij het dorpje waren waar we opgehaald zouden worden. We moesten nog wel even 1500 traptreden naar beneden. We besloten eerst even een blikje knakworsten open te trekken om aan te sterken en liepen vervolgens naar beneden om er daar achter te komen dat we als een van de eerste waren, stress voor niks dus. Omdat onze medebuspassagiers niet allemaal even fit waren hebben we daar, onder het genot van een Chinees biertje, nog ongeveer een uurtje zitten wachten tot de groep compleet was waarna we weer met de bus richting Beijing vertrokken, nu gelukkig niet helemaal achterin. Door de feestweek en vele files waren we na 4 uur aan de rand van Beijing en kregen we de mogelijkheid uit de bus te stappen om verder de metro te nemen of in de bus te blijven zitten en af te wachten waarneer je een keer aan zou komen bij je hostel. We kozen de eerste optie met nog een aantal medepassagiers en met behulp van de metro kwamen we wederom bij Ghoststreet uit voor onze welverdiende avondmaaltijd. Deze keer hebben we iets langer gezocht naar het juiste restaurantje maar het eten was uiteindelijk wederom subliem en veel te veel!

De laatste dag in Bejing zijn we dus naar de verboden stad gegaan. We stonden om iets over 7 op het plein waar we, na een half uur in de rij te hebben gestaan, toch echt tickets hadden weten te bemachtigen. Vervolgens hebben we bij een karretje met een heetwaterketel instant noodles gehaald om hier mee te ontbijten. Na dagen achter elkaar treinen en een meerdaagse paardrijdtocht waren we van alles gewend dus ons maakt het niet meer uit waar we mee ontbijten, als we maar kunnen eten ;). De Verboden Stad is het grootste paleiscomplex ter wereld. Het heet de Verboden Stad omdat het 500 jaar verboden terrein was. Ook deze dag barste het van de Chinese toeristen met selfiesticks voorzien van powerbanks die maar wat graag bij ieder bord, bij elke steen en ieder boompje een selfie wilde maken. Overal werd je geduwd, werd er aan je getrokken en moest je oppassen dat je geen selfiestick in je zij gepord kreeg. Waarschijnlijk door deze drukte, maar door ons gebrekkig Chinees weten we het niet zeker, waren veel gebouwen in de Verboden Stad gesloten. Om deze reden en door de enorme drukte, vonden we het een beetje tegenvallen. Na een aantal uren rondlopen zijn we daarom richting uitgang gegaan waarna we langs de Verboden Stad terug moesten lopen omdat we ook nog Tian’anmen Square wilde bezoeken. Blijkbaar zijn de Chinese gek op grootste ter wereld want dit is het grootste publieke plein ter wereld (440.000 m2). Op dit plein bevindt zich tevens het Mausoleum van Mao Zedong en omdat we in Moskou al naar het Mausoleum van Lenin waren geweest wilde we dit uiteraard niet missen. Helaas bleken de openingstijden van 8.00 uur tot 12.00 uur te zijn en kwamen wij daar om 12.40 uur aan. We zullen er dus mee moeten leven dat we het lijk van Mao Zedong niet hebben kunnen aanschouwen.

Wat wij vooral hebben ervaren is dat niet de Verboden Stad, niet de Hutong wijk of de Chinese Muur en niet Tian’anmen Square de toeristische attractie is waar de Chinese voor naar Beijing zijn gekomen, eigenlijk zijn ze allemaal gekomen om een kiekje van ons te schieten. We voelde ons net celebraties. Constant werd er gevraagd of we met een paar Chinezen op de foto wilde en de wat verlegenere Chinees schoot gewoon semistiekem kiekjes van ons, rare Chinezen…

De laatste avond zijn we Pekingeend gaan eten, want hoe kunnen we Beijing verlaten zonder zijn meeste bekende gerecht te hebben genuttigd? We kozen wederom voor een door de Lonely Planet geadviseerd restaurantje en ook hier zat het vol met Westerse toeristen en ook hier stond een cd op met een soort van Westerse loungemuziek waar het kerstnummer niet op kon ontbreken. Dit mocht de pret niet drukken want we zaten op een heel gezellig terras vol met rode lampionnetjes te genieten van onze eerste wijn van deze reis (ze hadden daar zowaar lekkere wijn) en van de befaamde Peking eend. Het was verrukkelijk. Voor de laatste keer deden we een rondje hoogte en diepte punten. We waren het er allemaal over eens dat de paardrijdtocht door Terelj National Park in Mongolië met al zijn ongemakken maar prachtige, oneindige landschappen en onze trip naar de Chinese Muur de twee hoogtepunten waren. Ook het 4 dagen treinen stond hoog op ons hoogtepuntenlijstje. Over de diepte punten waren we wat verdeeld. Deze liepen uiteen van gemoedstoestanden tot teleurstellende douches na 4 dagen treinen en van koude nachten waarin het vuur niet meer aanging tot aan beerputten om je behoefte in te doen. Al met al waren we het er allemaal over eens dat de TME een onvergetelijke ervaring was die we voor geen goud hadden willen missen. We vonden het super gezellig met Mark en Evelien maar gaan nu met z’n tweeën verder waar we inmiddels ook wel veel zin in hebben.

Wederom bedankt voor de lieve reacties en alle leuke berichtjes!

Tot het volgende verslag!

Groetjes Bart en Femke